Ain’t got no country, ain’t got no friends’, zingt Nina Simone. De soul en rhytm & blues in de periode van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren zestig vertelt een verhaal dat pijnlijk actueel is. We hadden liefde, we hadden wapens van Urban Myth is een schot in de roos en de prachtige muziek van een cast met klinkende namen als Ntjam Rosie, Huub van der Lubbe en Manoushka Zeegelaar Breeveld laat het schouwburgpubliek onontkoombaar swingen in de stoelen.

Grote protestborden met activistische leuzen over gelijkheid tussen zwart en wit zakken vanuit het plafond naar beneden. Daarachter zijn de kruizen te zien die de Ku Klux Klan in de tuin van opstandige zwarten in brand steekt. De voorstelling neemt je mee naar Monroe, een stadje in North Carolina, waar de zwarte burgerrechtenbeweging van de jaren zestig met de agressie van de blanke overheid en racistische bewegingen te maken kreeg.

Anders dan Marten Luther King vond hoofdpersoon Robert F. Williams geweld soms een noodzakelijk kwaad. ‘Het is altijd een onvervreemdbaar recht geweest van de Amerikanen, dat, als de staat het recht niet wil handhaven, de burger gewapend mag en kan ingrijpen als hij zichzelf moet verdedigen tegen rechteloos geweld.’ Dat schreef hij in 1962 in zijn boek Negroes with Guns. Zijn levensverhaal inspireerde Christine Otten onlangs tot haar boek We hadden liefde, we hadden oorlog en nu dus Urban Myth tot de gelijknamige voorstelling (in een bewerking van theaterauteur Jibbe Willems).

Wat maakt het levensverhaal Williams en zijn gezin zo actueel, vraag je je aan het begin van de voorstelling af. De zwarte Amerikanen eisen rechten op die nu volkomen vanzelfsprekend lijken. Reizen met de bus, toegang tot een zwembad en het onderwijs. Hoe is het mogelijk dat de samenleving in die tijd nog zó gesegregeerd was dat protest tegen deze rechteloosheid tot hevig geweld leidde. Maar langzamerhand, zonder dat de spelers die link expliciet maken, bekruipt je het onaangename gevoel dat die situatie voor een deel van de bevolking nog steeds opgaat. Wie illegaal is, heeft haast nergens toegang toe.

De spelers staan ontspannen op het toneel en vertellen het verhaal rustig en zonder al te grote gebaren. De relatie tussen Williams en zijn veel jongere vrouw Mabel en hun zoon laat zien hoe het politieke engagement zijn wissel trekt op het gezinsleven. Onder het motto ‘het persoonlijke is politiek’ brengt dit de thematiek dichterbij. Maar vooral door de muziek kruipt de voorstelling onontkoombaar onder je huid.

Regisseur Jörgen Tjon A Fong geeft de zwarte jaren zestig-muziek alle ruimte. De muzikaliteit draagt de voorstelling. De krachtige soul en rhytm & blues klinken door in spoken word en storytelling. Het maakt niet uit of de spelers praten of zingen, álles swingt in deze voorstelling. De prachtige stem van Ntjam Rosie doet aan Norah Jones denken. Maar ook Huub van der Lubbe, Manoushka Zeegelaar Breeveld, Gary Mendes en Mandela Wee Wee zingen en spelen de sterren van de hemel.

De voorstelling is op één moment wat pamflettistisch. Als de spelers naast elkaar met luide stem de namen van de slachtoffers van het politiegeweld in de Verenigde Staten voorlezen. Verder ontroert We hadden liefde, we hadden wapens doordat je ziet hoe de discriminatie doorwerkt in het leven van mensen die je gedurende de voorstelling in je hart sluit.

Foto: Jean Van Lingen