Zijlstra, de band van zanger/trompettist Jeroen Zijlstra, heeft zich in de twintig jaar van haar bestaan ontwikkeld tot de beste jazz-kleinkunst band van Nederland. Dat lijkt misschien een grotere prestatie dan het is, want voor zover deze recensent weet, bestaat er in Nederland verder geen band die zich op dat dubbele spoor bevindt. Toch mag het niveau van deze band op geen enkele manier worden gerelativeerd, want zowel naar jazz- als kleinkunstmaatstaven levert Zijlstra puur genot. Het jubileumprogramma Waterman biedt weer extra redenen om deze band te koesteren. Het is eigenlijk krankzinnig dat de speellijst van deze parel zo kort is.

Jeroen Zijlstra heeft het zich voor het jubileumprogramma niet makkelijk gemaakt. Hij had natuurlijk gewoon even de beste twintig nummers kunnen uitzoeken, met ‘Durgerdam slaapt’ als slotstuk, het lied waarmee hij de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste lied van het theaterseizoen 2002 heeft gekregen. Want waarom mogen buitenlandse artiesten hun hele leven lang teren op een handvol toppers uit hun repertoire en wordt van Nederlandse artiesten verwacht dat ze om de twee jaar met een fonkelnieuw programma komen? Maar Zijlstra heeft van zijn oeuvre een mooi nieuw geheel gemaakt met als basis Kerk, Kroeg, Zee en Liefde. Het zijn de kernbegrippen uit zijn leven, ook al komt hij uit een strikt seculier gezin uit het West-Friese Oosterland, op een steenworp van de Afsluitdijk.

Nadat we in de sfeer zijn gekomen met een Gregoriaans aandoende koorzang schotelt de band ons een vierluik over het vissersleven voor. We kennen de nummers uit deze ‘vissers-symfonie’ wel, maar door de frisse arrangementen klinkt het als nieuw. Jeroen Zijlstra speelt dit programma veel minder trompet en concentreert zich vooral op zang, met die wonderlijke stem die als een combinatie klinkt van een Wiener Sängerknab en Tom Waits. En hij heeft wat te vertellen, met het verhaal over kabeljauwvisser Zijlstra die overboord is geslagen door een onhandigheid van een jong maatje als hoogtepunt. Toen zijn autocue het na de pauze begaf werd zijn conference-presentatie veel losser en aangenamer. Niet repareren dat ding dus, gewoon weg ermee.

Het is niet erg dat de trompet wat minder aan bod komt, omdat Jeroen Zijlstra zich omringd weet door vier geweldige muzikanten, waaronder saxofonist Jan Menu en het ritmewonder Nout Ingenhousz op drums. Daarnaast was voor de première ook een hele verzameling gastmuzikanten uitgenodigd. Na de pauze trad er zelfs een complete strijkerssectie aan.

Een muzikant waar de liefhebber echt gelukkig van wordt is Hermine Deurloo. Sinds zij haar altsaxofoon heeft verruild voor de chromatische mondharmonica duikt zij in allerlei muzikale settings op, van het Concertgebouworkest en de Marinierskapel tot projecten van Trijntje Oosterhuis en Freek de Jonge. Het is natuurlijk onvermijdelijk dat de vergelijking met Toots Thielemans opkomt, maar die valt niet negatief voor Deurloo uit. Zij voegt swing en melancholie toe aan de band van Zijlstra. Het publiek mag hopen dat ze er, net als zangeres Lydia van Dam, de hele tournee bij blijft.

Foto: Anne van Zantwijk