‘Kom, kom niet. Kom, kom niet.’  Met vochtige ogen en een snik in haar zoete stem zingt de Iraakse vrouw, gezeten aan een wankel kampeertafeltje, een ontroerend lied dat de tweestrijd van iedere vluchteling lijkt te vatten. Want Europa lijkt een verleidelijk paradijs, maar als je er eenmaal bent aangekomen, valt het niet mee om je thuis te voelen. En andersom geldt vrijwel hetzelfde: een oude moeder die haar zoon smeekt om terug te komen, maar nee, het is toch beter van niet.

In de voorstelling Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen, van acteurscollectief Wunderbaum en Theaterhaus Jena, werken Arabieren, Duitsers en Nederlanders samen. Ze proberen iets te zeggen over integratie en vooroordelen, over cultuurverschillen en misverstanden. De vorm die ze daarvoor kozen is complex, vindingrijk, snel en bij momenten behoorlijk hilarisch.

Het publiek wordt aangesproken alsof het aanwezig is bij de live opnames van een sitcom, een komische en muzikale tv-serie over de integratie van Arabische vluchtelingen in Europa. Gesitueerd in het Oost-Duitse Thüringen, in en rondom een fietsenwinkel, ontmoeten drie Syriërs, twee Duitsers en twee Nederlanders elkaar. In een hilarische aaneenrijging van misverstanden verloopt het verhaal nogal rommelig, met intriges, verraad en een onmogelijke liefde. Eigenlijk precies zoals je van een goede mainstream sitcom verwacht.

Telkens wordt een korte scène opgenomen, lekker vet gespeeld met priemende blikken en cliffhangers, waarna er een break volgt en de spelers, regisseur en technici weer ‘als zichzelf’ met elkaar overleggen. De hyperactieve producent probeert alle touwtjes in handen te houden, de catering loopt in het honderd. De Iraakse regisseuse voert een felle discussie met een van de Syrische mannen over het feit dat hij na vijf jaar nog niet goed Duits spreekt. De Duitse acteurs en geluidsvrouw zijn verontwaardigd over de uitspraak dat Duitsers niet komisch zijn. Extra grappig is het dat ze juist op zo’n schijnbaar ontheatraal moment ineens in uitbundig gezang uitbarsten: ‘Ich bin schon Witzig, oder?’ De begeleiding van de vierkoppige liveband is scherp en houdt ook de niet al te beste zangers in het gareel.

Zo flodderig als het script van de sitcom is de voorstelling als geheel gelukkig niet. Vooral de radicale vervlechting van fictie en realiteit aan het eind werkt goed. Toch rammelt er nog wel wat aan Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen. De cultuurverschillen en bijbehorende miscommunicaties die bij het repeteren waarschijnlijk onvermijdelijk zijn (inderdaad lezer, dit is een aanname), lijken negatieve invloed te hebben gehad op de scènekeuze, -volgorde en invulling van de personages. Nu komt bijvoorbeeld het in potentie erg interessante personage van de vrouwelijke Iraakse tv-regisseur er wel erg bekaaid van af.

‘Je hebt echt geluk gehad.’ Het is een van de grootste dooddoeners die vluchtelingen om de haverklap te horen krijgen, maar ook tegen elkaar zeggen. En het is natuurlijk ook waar als je na zoveel ontberingen levend in een veilig land bent aangekomen. Maar hoe veel geluk heeft een voormalig succesvol ingenieur die nu onderdanig voor vijf euro per uur fietsen moet repareren? Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen heeft een bijna banale ondertoon, maar dit soort inzichten, net als de pijnlijk misplaatste poep- en piesgrappen, maken de voorstelling prettig confronterend.

Foto: Joachim Dette