In de ‘filosofische dinnershow’ Warmte trakteert Collectief Walden het publiek op een mis ter ere van de God van het Warmteverlies. Door middel van teksten, lezingen en liederen roepen de makers op tot een ‘circulaire’ manier van leven als de enige manier om de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden.

In 2018 presenteerde Collectief Walden op Festival Over het IJ de theatrale bijeenkomst Warmte, het vierde deel van hun Energie-reeks, waarin steeds een ander aspect van de klimaatcrisis centraal stond (de eerdere delen waren Olie, IJs en Reactie, en Hitte zou nog volgen). Het publiek, gezeteld op horizontale radiatoren die werden verwarmd door een enorm houtkachel-altaar, kreeg een religieuze dienst voorgeschoteld ter ere van de God van het Warmteverlies, waarbij sprekers met sterk uiteenlopende expertises hun licht op het thema lieten schijnen.

Dit jaar werkte het theatercollectief deze eerdere aanzet uit tot een ‘filosofische dinnershow’, in samenwerking met de cateraars van Heet Brood. In de Tolhuistuin nam ik wederom plaats op een verwarmingsbankje, waar ik een liturgie van de avond vond waarop tevens het menu werd vermeld. In tekstlezingen en liederen (de bijeenkomst wordt muzikaal omlijst door synthesizer-songwriter Ed Bahonie) worden verschillende invalshoeken ten opzichte van het thema ‘warmte’ met het publiek gedeeld.

Het idee van de cirkel staat hierbij centraal. In de inleiding legt voorganger Thomas Lamers uit dat we onze radiatoren zelf warmer of kouder kunnen zetten, maar dat er maar een beperkte hoeveelheid warmte voor de hele groep is en we dus in onze energieconsumptie rekening met elkaar moeten houden. Vervolgens vertelt Markoesa Hamer dat we lang de schuine lijn van de hiërarchische verhouding hebben vereerd, alsmede de opwaartse pijl van de groei en de scheidslijn van het verschil – ze vraagt ons al die symbolen achter ons te laten en de cirkel te omarmen als symbool van duurzaamheid en gelijkheid. Het is een prikkelend begin, zeker omdat er ook vraagtekens bij te zetten zijn (pleit het collectief werkelijk voor het afschaffen van verschil?).

Het idee van vrijwillig warmteverlies wordt ook op andere subtiele manieren aangesneden. Hoewel het eten erg lekker is en mooi wordt geserveerd, is de bouillon lauwwarm en wordt de rode wijn koud geserveerd. Door dit soort speldenprikjes wordt de bezoeker aan het denken gezet over de kleine en grote offers die er aan de God van het Warmteverlies moeten worden gedaan om de klimaatcrisis het hoofd te kunnen bieden.

Vanwege de focus op collectieve verantwoordelijkheid blijven de echt moeilijke vragen rond de klimaatcrisis echter wel een beetje buiten beeld. Het is allemaal goed en wel om een publiek dat zich toch al zorgen maakt over het klimaat in te peperen dat we een maatschappelijke verandering teweeg moeten brengen door zelf het goede voorbeeld te geven, maar voor die verandering zal er ook politieke en sociale strijd moeten worden geleverd: alle eigen initiatieven tot duurzaam leven zijn een druppel op een gloeiende plaat vergeleken met de impact van massavervuilers.

Omdat de gastspreker van de avond die ik bezocht, klimaatactivist Lena Hartog, in haar toespraak pleit voor een ‘verzachting’ in plaats van een ‘verlichting’, raakt de avond uit balans en lijken we even bij een groep wensdenkers te zijn beland, die geloven dat de klimaatcrisis kan worden opgelost als we allemaal maar lief genoeg zijn voor elkaar en voor de wereld. Zo wordt het letterlijk een preek voor eigen parochie.

Gelukkig wordt het evenwicht weer hersteld door wat hardere kritische noten. Ten eerste rekenen Lamers en Hamer af met het geprivilegieerde kluizenaarschap van de patroonheilige van Collectief Walden: filosoof Henry David Thoreau, die met zijn boek Walden de naam van het gezelschap inspireerde. Was zijn afzondering in de natuur wel zo inspirerend, als hij eigenlijk alle luxe van de ‘beschaving’ steeds binnen handbereik had?

Daarnaast haalt Hamer in haar slotbetoog een essay van Jonathan Franzen aan, waarin hij betoogt dat we moeten stoppen met ‘doen alsof’ we de klimaatcrisis überhaupt nog kunnen afwenden. Het is te laat, dus we kunnen ons maar beter voorbereiden op de rampen en oorlogen die het gevolg zullen zijn van onze nalatigheid en decadentie, door waarden als gelijkwaardigheid, solidariteit en gelijke rechten te waarborgen door de democratische rechtsstaat te verdedigen. Zo wordt iedere daad die sociale rechtvaardigheid nastreeft een klimaatdaad. Door de aandacht uiteindelijk toch ook bij de noodzaak van politieke actie te leggen maakt Collectief Walden van Warmte een inspirerende avond die zowel op filosofisch als op activistisch niveau interessant is.

Foto: Nichon Glerum