Engagement is (weer?) hot in het cabaret. Afgelopen voorjaar startte de Koningstheateracademie in Den Bosch, waar je kunt afstuderen als ‘Bachelor of Cabaret’, het project Engagement 2.0. Daarin staat de vraag centraal wat engagement vandaag de dag betekent binnen het cabaret. Kort voor de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar kwam het thema engagement eveneens uitvoerig aan bod in een discussieavond in Het Huis Utrecht, met onder meer cabaretier Jeroen van Merwijk en theaterwetenschapper Dick Zijp. De voorstelling Want er komen andere tijden, die dezer dagen door een bont gezelschap aan Nederlandse artiesten wordt opgevoerd in De Kleine Komedie, sluit aan bij deze trend.

Want er komen andere tijden is een eigen productie van De Kleine Komedie. De basis wordt gevormd door een krachtige band onder leiding van Wilko Sterke, ook bekend als de muzikale spil van theatergroep Circus Treurdier. Er zijn optredens van gevestigde namen uit de kleinkunstwereld, zoals Jenny Arean, Theo Nijland en Paul de Munnik. Daarnaast is er ruimte voor jong talent, zoals Flip Noorman en Roos Blufpand. Ook schrijfster Désanne van Brederode en mediatycoon Derk Sauer verlenen hun medewerking, de laatste alleen virtueel, middels een videocolumn. Ten slotte verzorgt cabaretkenner Jacques Klöters enkele korte ‘colleges’ over bekende geëngageerde en niet zo geëngageerde cabaretiers uit het verleden.

Alle optredens samen laten mooi zien hoe divers het thema engagement binnen kleinkunst en cabaret kan worden ingevuld. Zo toont zanger Flip Noorman vooral de rauwe methode: de woede over maatschappelijke misstanden en menselijke hypocrisie. Voor hem is het podium een plaats om illusies door te prikken, bijvoorbeeld in het nummer ‘Hoe vrij het westen is’. Bij cabaretière Nathalie Baartman en zangeres Roos Blufpand staat eerder de roep om meer liefde en onderling begrip centraal. Voor hen vormt het kweken van empathie het engagement.

Van weer een heel ander kaliber is de aanpak van Désanne van Brederode, die een ironisch pleidooi houdt tegen het zitten en vóór het staan. Daarin trekt ze de tegenwoordig veelgehoorde kreet dat zitten funest is voor je gezondheid door tot in het absurde. Dat mondt uit in een redenering die de superioriteit van de staande, bewegende westerse cultuur ten opzichte van de liggende, stilstaande moslimwereld ‘bewijst’. Van Brederode levert zo kritiek op onze neoliberale obsessie met dynamiek, presteren en vooruitgang.

De diversiteit die de avond biedt, vormt meteen ook de voornaamste zwakte ervan. De voorstelling ontbeert een duidelijke lijn of overkoepelende visie. We zien vooral losse optredens, geplaatst in een weinig dwingende volgorde. Dat geldt zelfs voor het gezamenlijk gezongen slotlied, Boudewijn de Groots ‘Want er komen andere tijden’, origineel van Bob Dylan, waaraan de avond zijn titel ontleent. Hierbij zingen de verschillende deelnemende artiesten ieder een eigen couplet, dat hun persoonlijke visie op engagement verwoordt.

Onbedoeld toont deze voorstelling daarmee het misschien wel grootste probleem van geëngageerd cabaret vandaag de dag: dat het zo geïndividualiseerd is. Ieder z’n eigen pleidooi en vooral ook veel ruimte voor elkaar. Zeker met dat laatste is natuurlijk op zichzelf niks mis, maar het leidt in dit geval wel tot een wat vlakke avond, die de roep om méér engagement uiteindelijk alleen maar versterkt.

Foto: Bibi Berghout