De titel van de voorstelling Wanen staat groot geprojecteerd op een blauwe hemel met witte wolken. Het is poëtisch, en dat klopt met de inhoud die gaat komen. Christian van Eijkelenburg is meer een dichterlijk verteller dan een cabaretier die met elke grap een pointe wil scoren.

Bij hem geen opgejaagd spel of adhd-achtige toestanden. Het projectiescherm op de achtergrond zorgt voor fantastische, vaak surrealistische beelden of  juist verstilling, zoals de wolken, later een koeienstal met een koe die Bertha heet, een reusachtig oog en een bos. Maar in dat bos is het niet pluis.

Evenals in zijn voorgaande voorstelling Drift (2023), waarmee hij mooie nominaties en stipendia in de wacht sleepte, markeren de felgekleurde projecties voorzien van een soundscape de afzonderlijke scènes. En dat zijn er veel.

Leidraad is de zoektocht naar zichzelf. In het begin suggereert hij dat Wanen gaat over lhbtqia+, maar toch maar niet; dan over queer content, toch ook maar niet, en tot slot: de vootsteling gaat over ‘persoonlijke verhalen’.

En daarin is hij sterk. De titel ontleent hij aan de nachtmerries die hij als achtjarige had en waarvoor zijn moeder hem meenam naar een slaapcoach, een vrouw die zelf ‘elke nacht op sterk water gezet werd’, zo zag ze eruit. De confrontatie tussen deze griezelige coach en de jonge Christian zet hij schitterend neer; je voelt de verwarring van de achtjarige.

Behalve een visuele kracht heeft Wanen ook een sterke muzikale invalshoek, van de hand van Daan van West. Van Eijkelenburg schakelt moeiteloos heen en weer tussen live-spel op de bühne en het uitvergrote computerscherm, waarop hij enquêtes invult, klikt om bijvoorbeeld naar een Instagram-account te gaan en daar een tekst aantreft van een vrouw uit Zoetermeer, waar hij Drift speelde. Ze laat hem weten dat hij zijn seksuele geaardheid niet zo in my face had moeten gooien, want dat ze na één seconde al wist dat hij homoseksueel is. Dan roept Van Eijkelenburg uit: ‘spoiler alert!’

Hilarisch laat hij weten dat hij altijd al een bericht van een vrouw uit ‘Zoetermeer’ (hij spreekt de plaatsnaam met een tergende ‘z’ en een rollende ‘r’ uit) wilde ontvangen en ja, hij is wie hij is, ‘zoals Peter Pannekoek slist en Lenette van Dongen een vrouw is’.

Het bericht zet hem wel aan het denken: wie is hij? Waarom kreeg hij al op de toneelschool ermee te maken wie hij wérkelijk is? En dan was er die theaterprogrammeur, die hem liet weten zijn ‘identiteitscrisiscabaret’ niet te boeken, want ‘daar is al zoveel van’.

Er sluipt iets van mooie, ingehouden wanhoop en boosheid in de voorstelling, die geregisseerd is door Wil van der Meer. Of er nu wel of niet veel crisiscabaret is van cabaretiers met identiteitsproblemen (‘zeker wel!’), Van Eijkelenburg voegt hier een mooie dimensie aan toe door zijn voorstelling open en transparant te houden, kwetsbaar ook.

Net als in Drift speelt de biechtstoel een rol. Hij richt zich tot Jezus, afgebeeld in glas-in-loodraam, en vraagt om hulp, want Zijn Vader geeft niet thuis. Of toch wel? Mooi en ontroerend is het zeker. Jezus wil hem uit naastenliefde na de ene wang ook zijn andere toekeren, maar hij is gevangen in glas-in-lood.

De visuals vormen een essentieel onderdeel van Wanen, dankzij de knappe techniek van Ramses Guurink. Het is alsof Van Eijkelenburg een parallel universum creëert: onze digitale wereld die machtiger en vooral intrigerende lijkt dan de echte wereld. Die wisselwerking heeft ook het nadeel dat de live cabaretier het verliest van het beeld op het reusachtige scherm, waardoor zijn toneelaanwezigheid kleiner lijkt.

Daar staat tegenover dat Van Eijkelenburgs mimiek sprekend is en zijn voorkeur voor absurdisme groot, zoals in de scène waarin hij telkens gebeld wordt – dit speelt hij als perfecte mime – en dan allerhande stemmen hoort die allemaal gelijk hebben, hij rent daartoe heen en weer op het podium. Een vrouw met een sterk Limburgs accent zegt dat ze er genoeg van heeft dat iedereen maar zijn ‘ding wil doen’, een ander betoogt dat het onuitstaanbaar is als mensen zeggen dat ze nu eenmaal zijn ‘wie ze zijn’. In hoog tempo razen die stemmen door, als wanen.

De korte, absurdistische scènes vormen Van Eijkelenburgs kracht. Het nadeel is wel dat je als toeschouwer de grote verhaallijn en de dramaturgische afronding mist. Na afloop heb je veel bijzonders gezien en gehoord, heeft de cabaretier je meegenomen naar intrigerende momenten in een strak gemonteerde show. De zoekende vorm en inhoud laat hij ook achter bij de toeschouwer. Alsof de diepere kracht nog te veel verborgen blijft.

Foto’s: Thijs Maas