De Queeste is sinds een maand officieel met het Leuvense muziektheatergezelschap Braakland/ZheBilding samengegaan tot het nieuwstedelijk. Vuur is hun eerste gezamenlijke productie en het is meteen een muziektheatervoorstelling die raakt.

In 1974 kwamen 23 jongens om bij een brand in het internaat van een katholieke middelbare school in Heusden-Zolder in België. Het hele land rouwde, maar van echte opvang en slachtofferhulp was toen nog geen sprake. Het nieuwe gezelschap het nieuwstedelijk zocht uit welke sporen de brand heeft nagelaten, sprak met nabestaanden, redders en overlevenden, en maakte er indrukwekkend en integer muzikaal verteltheater van.

De Queeste uit Belgisch Limburg maakte in het verleden al locatievoorstellingen die teruggrepen op belangrijke of traumatische gebeurtenissen, zoals het wonen in de nabijheid van een Russisch krijgsgevangenkamp bij Genk, of het begin van de Tweede Wereldoorlog voor België bij de brug in Vroenhoven. Twee jaar geleden brachten ze Boven water, over het kapseizen van een veerpont op het Albertkanaal in Godsheide bij Hasselt in 1941, waarbij 35 kinderen en twee volwassenen omkwamen. Die voorstelling vormt met Vuur een tweeluik. In hoeverre leven die gebeurtenissen nog na? In hoeverre hebben ze het verdere leven van nabestaanden bepaald? ‘Je blijft je hele leven in het verleden’, schreef Jan Arends al. Als er heel erge dingen in dat verleden zijn gebeurd, dan heeft dat zijn uitwerking.

Over het initiatief van De Queeste om een voorstelling te maken over de ramp met de veerpont was de plaatselijke bevolking niet enthousiast, maar toen ze de voorstelling hadden gezien, waren ze meer dan tevreden. Voor velen bood het project na al die jaren een opening om erover te praten. Ook de plannen om een voorstelling te maken over de brand in het internaat in Heusden-Zolder vielen niet bij iedereen in goede aarde. Men was bang om het verleden op te rakelen en om oude wonden open te rijten. Er was al zo lang niet over gepraat. Al veertig jaar werd erover gezwegen. Het nieuwstedelijk sprak met brandweerlieden en nabestaanden. Alleen de paters van het college bleven zwijgen, zoals ze dat al 41 jaar lang doen.

Al die getuigenissen zijn verdicht tot een viertal monologen die verteld worden door Jonas Van Thielen. Christophe Aussems heeft als auteur en regisseur, samen me de dramaturgen Alexander Schreuder en Els Theunis, een strakke vertelling gemaakt. Zonder franje, spectaculaire opsmuk of grote woorden. Het zijn vertellingen van een brandweerman, twee overlevenden, van de moeder van een ‘menneke’ dat omgekomen is, vertellingen vol emotionele littekens. Machteloosheid, gelatenheid, boosheid, verontwaardiging, berusting, verdriet worden zacht en o zo menselijk vertolkt in de vertelling én in de muziek. Gevoelens van totale verlatenheid, van niet begrepen worden, maar ook van troost, in kleine dingen; in het beeld van Matthias Grünewald van een lijdende Christus; in overgebleven knikkers; in een zakdoekje.

Jonas Van Thielen acteert als de beste, met een Limburgs timbre, zo overtuigend, zo warm, zo klein-menselijk echt. Bert Hornikx achter de toetsen en de percussie en Myrthe Luyten op gitaren en met een warme zware stem zorgen voor een symbiose van klanken en tekst. Integer en fragiel is hun soundscape, zijn de intermezzo’s met een lied. Muziek en tekst zijn in een warme dialoog. Het trio op de sobere scène overtuigt en ontroert.

Vuur speelt nu op locatie in een oud mijngebouw vlakbij de school in Heusden-Zolder, in de lente trekken Boven Water en Vuur langs de theaterzalen.

foto: Katrijn Van Giel