Het zijn grote producties, de community art-voorstellingen waarin Kwekers in de kunst en Theaterkoor Dario Fo samenwerken met andere gezelschappen. In Vrouw Houtebeenspeelt het Residentie Orkest muziek van Arthur Sullivan (de helft van het negentiende-eeuwse muziektheaterduo Gilbert & Sullivan). Zes voorstellingen in een huis van duizend stoelen, het is niet niks. Als we op deze voorstelling moeten afgaan, is in de complexe kunstvorm die musical is het bedenken van een verhaal verreweg het moeilijkste onderdeel.

‘Allen die willen te kaap’ren varen moeten vrouwen met ballen zijn.’ Als je het roer aan Aeltje Jansz (Loes Luca) geeft, komt het wel goed. Zij heeft geen goed gevoel over de boot waarmee haar man Cornelis Jol Houtebeen (Koos Sekrève) de zee op ging. Als zijn papegaai Chico (Dook van Dijck) terugvliegt en paniek zaait, weet ze het zeker: Korneel moet gered worden. Dus zij ook de zee op. De bevrouwing van haar schip groeit onderweg flink, met mensen, dieren en mythische wezens. En uiteindelijk komt het natuurlijk goed.

Om de musicalop de planken te krijgen werken muziektheaterproductiehuis Kwekers in de kunst en Theaterkoor Dario Fo samen met coproducent het Zuiderstrandtheater, een zeventienkoppig ensemble uit het Residentie Orkest, een projectkoor en een handjevol solisten/acteurs. Er staan soms meer dan honderd man op het toneel.

Loes Luca voert de megaproductie met verve aan. Ze begint als Kniertje (‘doe het niet, Korneel’), maar gaat als het mis lijkt te gaan niet passief zitten treuren, maar ze neemt het initiatief. Dat moet, want Vrouw Houtebeen is bedoeld als eerbetoon aan honderd jaar vrouwenkiesrecht in Nederland. En als waarschuwing voor klimaatverandering, afnemende biodiversiteit, overconsumptie en plasticgebruik. O, en de lesbische liefde komt ook voorbij.

Al die onderwerpen komen elkaar tegen in het rommelige verhaal van librettist Gijsje Kooter. Dat is gedeeltelijk te volgen: het wordt verteld in zang. Die prima klinkt, maar niet altijd verstaanbaar is; in koorpassages is dat bijna onvermijdelijk. Waarom wordt alleen de samenvatting van de scènes (‘Het geheim van Ael’, ‘De nachtmerrie van Ael’) geprojecteerd naast de handeling, en niet de tekst? Nu mist het publiek veel.

Luca draagt de voorstelling schijnbaar moeiteloos en zingt prima. Ze kan teksten (ook wat mindere) werkelijk tot leven brengen en zorgt voor al dan niet geïmproviseerd spontaan acteerwerk. Ze vormt een sterk duo met haar zus Faen (Kim van Zeben). Ook de andere zangers doen het met de uitstekende steun van de Residentiemusici prima, of ze nou solo of in een koor zingen. Boudewijn Ruigrok en Rick Schoonbeek hebben de muzikale leiding.

Kennelijk zijn er voldoende opleidingen en acteer-, dans- en zangcoaches die ervoor kunnen zorgen dat die disciplines op het podium in orde zijn. Ook de tekst en het verhaal serieus nemen is andere koek. Misschien komt het door de eenzaamheid van de theaterauteur dat het op dat gebied vaker misgaat. Of is er minder reden om tekst net zo serieus te nemen als de andere theatrale disciplines? Kooter laat Ael het been van Korneel houden, ‘dan heb ik iets van hem bij me’. Dat moet dan een reservebeen zijn, want Korneel heeft niet eenbenig het ruime sop gekozen. Regisseur Vincent van den Elshout laat Ael het been om haar nek hangen, als een schuine rugtas.

Het vrouwenschip pikt onderweg van alles op en haalt het aan boord: ijsberen die het ijs missen (uit het Noordpoolgebied), een pinguïn met een ei op zijn voeten (van de andere kant van de wereld), maar ook klimaatactivisten onder leiding van Greta Thunberg, sirenes (die Ael het kapotte schip laten repareren) en zelfs Amazones, waarvan mij geen maritieme neigingen bekend zijn. Misschien zijn die ingevlogen wegens de behoefte aan sterke vrouwen. Ze rijden voor deze gelegenheid op zeepaardjes. Waarom ook niet?

Uiteindelijk worden de mannen teruggevonden en is er een gelukkige hereniging. De moraal is ‘de wesp en de bij, zij horen erbij’ en ‘niet blijven plakken, maar doe er wat aan’. De bedoelingen zijn in ieder geval enorm goed.

Foto: Emi Barendse

Aanvulling: De gespeelde tekst week sterk af van het oorspronkelijke libretto van Gijsje Kooter, die zich van deze uitvoering distantieert.