Het grote nadeel van sprookjes is dat ze expliciet moralistisch zijn. Als je anno 2013 een sprookje wilt bewerken voor kleuters zul je meer moeten doen dan het verhaaltje met poppen in een decortje navertellen. Wij eenentwintigste-eeuwers houden er nu eenmaal niet meer van om een moraal opgelegd te krijgen. Als we al een morele boodschap krijgen voorgeschoteld, willen we eerder dat de onontkoombaarheid daarvan voelbaar is, dan dat ie plompverloren zonder vragen wordt gepresenteerd. Dus als je besluit om poppentheater te maken van Grimms Vrouw Holle, zul je iets verder moeten denken dan ‘ijverig is goed’ en ‘lui is slecht’.

Volgens Christina Boukova van poppentheater Koekla zijn sprookjes ‘collectieve levenservaringen van vele generaties die waarheden vertellen die al eeuwenlang gelden’. Een mooie gedachte, maar het valt te betwijfelen of Boukava haar eigen uitspraak helemaal heeft begrepen. In haar nieuwste poppentheatervoorstelling, bewerkte ze samen met  Frank Groothof Vrouw Holle. De twee zusjes, waarvan de luie lelijkerd in alles wordt voorgetrokken door moeder en de ijverige zoeterd het zwaar te verduren heeft, zijn twee tamelijk vergelijkbare Holly Hobby-achtige poppen geworden. Ze blijken vervaardigd door een dame die op het punt staat haar knutselwerkjes met een trein naar Den Haag te brengen. Maar omdat haar hondje ‘een drukje’ moet doen, verliest ze haar poppen even uit het oog. En ja hoor, het olijke tweetal blijkt te leven.

Het heeft er alle schijn van dat ‘de trein naar Den Haag’ voor Boukova voor voldoende verbinding zorgt tussen Grimms sprookje en ‘de levenservaringen van vele generaties’, inclusief de onze. Ze vertelt het verhaaltje verder namelijk rechttoe rechtaan, met een decor van een draaischijf waarop beschilderde zetstukken zijn gemonteerd die de oven en de appelboom voorstellen, vier paar schoenen voor alle verschillende rollen en een geluidsband.

Dit heet nou theater waarin op de knieën wordt gegaan voor het kleuterpubliek. En om er dan ook maar eens een vervelende morele boodschap tegenaan te gooien: dat mag niet. Kinderen hoeven geen rollende ogen, aangezette stem of slechte instrumentale versie van Jingle bells. En ze hoeven al helemaal niet, als ze af en toe iets door de voorstelling heen willen roepen, consequent van repliek gediend te worden met de aanhef ‘schatje’.

‘Iedereen krijgt wat ie verdient,’ zegt Boukova tegen de tijd dat het luie popje in de put springt. Nou, kinderen verdienen het om serieus genomen te worden, om te beginnen met een poppenspeler die de poppen een hele voorstelling lang tot leven weet te brengen, in plaats van een poppenspeler die haar oogappels de helft van de tijd wat wobbelig voortbeweegt alsof ze zelf vier is en haar pop in bad doet. De voorstelling Vrouw Holle verdient één pluim: voor de zichtbare aandacht waarmee het decor en de poppen zijn vervaardigd.

Foto: Gillan Dierdorp