Personages die in een fabriek werken zie je maar zelden in het theater. Wel in Vrijdag van Hugo Claus, dat De Spelerij voor het eerst in tien jaar weer speelt in de Lage Landen. Paula Bangels regisseert het stuk uit 1969 met een minimaal decor en een maximale aandacht voor de tekst. Dat het nog steeds aankomt, heeft ook met het thema te maken: we zijn voorlopig nog niet uitgepraat over incest en veroordeelde zedendelinquenten. Het zit kennelijk in de lucht: Eric de Vroedt brengt het stuk in Bochum.  

‘Als gij mij buitengesmeten hebt, was ’t omdat gij benauwd waart van mij? Of van uw eigen?’ Christiane (Lynn van Royen) slaat de spijker op zijn kop. Zij gaat als een kind van de nieuwe generatie veel vrijer om met seks dan haar volgens de rooms-katholieke doctrine opgevoede ouders. Het bracht vader Georges (Mathias Sercu) in grote verwarring. Hij kon volgens zijn dochter zijn handen niet thuishouden en werd veroordeeld. Ruim een jaar later komt hij terug naar huis. Daar heeft zijn vrouw Jeanne (Eva Van Der Gucht) inmiddels een kind van de bevriende buurman Erik (David Cantens). Hoe gaan ze om met die ongemakkelijke situatie?

In elk geval praten ze behoorlijk vrij over de gebeurtenissen. Ze erkennen de kracht van hun lichamelijke behoeften, kunnen zich, hoewel de emoties soms hoog oplopen, inleven in anderen en zoeken naar een manier om met hun schuldgevoel om te gaan. Dat biedt hoop op een nieuw evenwicht. Claus bouwt naar alle kanten verzachtende omstandigheden en menselijke zwakheden in zijn stuk, en ontsnapt aan al te gemakkelijk gemoraliseer.

Na de val van de Utrechtse theatergroep De Paardenkathedraal richtte actrice/regisseuse Paula Bangels De Spelerij op in Schoten, vlakbij Antwerpen. Sinds 2009 maakt ze daar twee producties per jaar. Herkenbaar menselijk drama van hoge kwaliteit, dat is de missie van De Spelerij. Met Vrijdag is dat gelukt.

De vier personages zitten op afgetrapte stoelen aan een wrak tafeltje en drinken uit plastic bekertjes: dit is post-bezuinigingskunst. Ze zijn gehuld in half aangetrokken bruidsjurken met al even witte marcellekes eronder. Ze markeren de overgang naar een nieuwe levensfase, zoals het stuk de overgang markeert naar een nieuwe tijd. Georges heeft zijn straf uitgezeten, wil schoon schip maken en moet een nieuwe plaats in de samenleving zien te vinden. Erik ziet wat er nog over is aan liefde tussen Jeanne en Georges en gaat zijn heil elders zoeken. Jeanne wacht af wat de mannen doen, zoals het haar geleerd is. Christiane is het huis uit en hangt rond met hippies, maar keert terug in de overpeinzingen van Georges. Veel van die passages zijn in deze bewerking naar voren gehaald, wat goed werkt. Aanvankelijk ligt ze letterlijk tussen vader en moeder in, gaandeweg, als iedereen zijn plan trekt verdwijnt ze meer naar de achtergrond.

Mathias Sercu hoeft niet van zijn stoel te komen om de emoties te laten zien die in Georges voorbijtrekken: verdriet, vertwijfeling, spijt, boosheid, onzekerheid, berusting, competitiedrang. Eva Van Der Gucht (we waren bijna vergeten dat zij een Vlaamse is) is angstig, afwachtend, vergoelijkend, maar ook sensueel. De jonge Lynn van Royen speelt flirterig, lichamelijk en vlinderachtig licht. Met een argwanende, redelijke David Cantens spelen ze sterk en genuanceerd samen, in dienst van Hugo Claus.

Vrijdag is een sterk portret van mensen uit een eenvoudig milieu die op hun manier proberen om te gaan met de sociale en morele conflicten in het leven en daarbij putten uit wat ze vanuit cultuur, maatschappij en vooral godsdienst aangereikt krijgen. Ook de dagelijkse routine biedt houvast en loutering: aan het einde van het stuk herneemt het leven zijn dagelijkse gang. Een beetje krampachtig nog, maar toch: ‘Wij gaan gelukkig zijn, Georges.’

Foto: Bart van Moeren