Met zijn rode haar en bril was hij als kind de jackpot voor pesters, meldt René van Meurs opgewekt in zijn eerste avondvullende programma Voor de storm. Op een fysieke confrontatie met zijn belagers laat hij het nog steeds niet graag aankomen, maar verbaal kent zijn weerbaarheid weinige zwakke plekken meer. Van Meurs (1985) is een vlotgebekte stand-upper, die zijn nerdy loserstatus omzet in snelle grappen. In de luwte van Toomlers Comedytrain nam hij de tijd zich te ontwikkelen, waarop zijn innemende podiumverschijning tijdens Cameretten 2012 werd bekroond met zowel de jury- als de publieksprijs.

Van Meurs presenteert zichzelf als een wat lamlendige, egoïstische man, te onzeker om keuzes te maken voor de lange termijn. ‘Ik ben 28 en beweeg me alleen maar een beetje voort door de tijd,’ constateert hij. Met de meisjes vlot het ook niet. Hij weet niet hoe hij het ijs moet breken, wel dat het smelt bij 273 Kelvin, vertelt hij met de nodige zelfspot.

Het zijn misschien wat gratuite observaties, maar die miserabele levenshouding blijkt wel degelijk aanknopingspunt voor een reeks goed getimede grappen, losjes verbonden door twee verhaallijnen. In de eerste plaats is er Van Meurs’ vader die zich elke avond voor de spiegel afvraagt wat hij die dag heeft bijgedragen aan de wereld. Van Meurs doet er lacherig over, maar lijkt toch ook bewondering te hebben voor zijn pa die in elk geval probeert een verschil te maken.

Daarnaast is er zijn fascinatie voor games. Van Meurs zou willen dat je in het echte leven ook een ‘savegame’ kon maken, zodat je terug kunt keren naar het moment voor je iets doms doet. Want stommiteiten begaat hij genoeg. Van Meurs kan er smakelijk over vertellen. Talig is hij sterk en met zijn soepele performance houdt hij de aandacht moeiteloos vast. Met hier en daar een gek stemmetje schetst hij een levendig portret van zijn zwalkende twintigerbestaan: te slim om niet te weten wat er allemaal mis is in de wereld, te lui om er iets aan te doen. Hier raakt de thematiek van Voor de storm aan het nieuwe programma van Emilio Guzman. Zonder werkelijk in te gaan op de actualiteit creëren beiden een beeld van een kritische generatie, die wel wil dat er iets verandert, maar als het erop aankomt machteloos aan de kant staat.