Een nieuw Nederlands theatergezelschap brengt een komedie die al vijfendertig jaar een succes is in Amerika. Volledig verknipt is ook een whodunnit waarbij het publiek invloed heeft op de afloop. ‘U vraagt, wij draaien, en enthousiast ook.’

De kapsalon waar alles zich afspeelt ziet er perfect uit, met posters van glamour-kapsels, keukenrollen en een verfomfaaide stapel glossy’s. Uitbater Tony van der Scheer en zijn assistente Barbara Molenaar weten hun klanten met zwier en zachte manipulatie in de knipstoel en onder de droogkap te krijgen. Alle clichés worden gretig van stal gehaald: de fysieke kwetsbaarheid van de klant, het ongemak van wie geknipt gaat worden en de misplaatste geruststelling door het personeel. De sociale verhoudingen zijn duidelijk: een kapper is een homo en dus nichterig, een kappersassistente is dom en de hele dag met haar make-up bezig en mensen met oud geld zijn kak en rechts. Onnavolgbaar social media-gebruik is achterwege gelaten.

Even is er een verrassing als er een moord plaatsvindt en iedereen in de kapperszaak opeens verdacht blijkt te zijn. Een rechercheur (Wil van der Meer) probeert grip te krijgen op de moordzaak en de kapperszaak. Samen met zijn adequaat sullige assistent (Michael de Vriend). De klucht krijgt weer een vertrouwde wending waarbij de vraag wordt wie de moordenaar is.

Het lijkt pas echt spannend te worden als de rechercheur zich laat bijstaan door het publiek en dat tot getuige bombardeert. Toeschouwers wordt gevraagd uit hun comfortzone te komen en aanwijzingen en verdachtmakingen vanuit de zaal te roepen. Deze formule is al eens eerder toegepast met een toneelvoorstelling van Baantjer (De Cock en de moord in het theater), maar is voor de meeste toeschouwers een grote verrassing. De inbreng uit de zaal laat ruimte voor improvisatie van de spelers, die de verdachtmakingen van hun kant weer met verve pareren (‘Als ik jou zo zie, jonge dame, weet ik weer waarom ik nooit kinderen heb willen krijgen’). Helaas kan rechercheur en spreekstalmeester Wil van der Meer niet voorkomen dat het tempo inzakt en het allemaal wat lang gaat duren.

Het zou allemaal saai of flauw kunnen zijn als er niet zo goed en leuk geacteerd werd. Laus Steenbeeke als kapper Tony en Karien Noordhoff als zijn assistente Barbara zijn aan elkaar gewaagd en voelen zich als vissen in het water, zowel in hun kapsalon als op het toneel. Wivineke van Groningen als de kakkineuze klant zie je van haar rol genieten. Met name haar teksten zijn meesterlijk vertaald door Max C. Roijé en kunnen het Amerikaanse origineel naar de kroon steken. In het hele stuk zit overigens geen ziertje Amerikanisme.

De comedy is succesvol verpot in de polderbodem. (‘Zij haalde zo het bloed onder je nagels vandaan. Door haar zou Lenie ’t Hart nog een schnitzel uit een zeehondje snijden.’) Om de subtielere grappen wordt door het publiek veel gegrinnikt, de plattere grappen worden met alle liefde en zelfs met een schaterlach gepruimd.

Op haar website doet de nieuwe groep een belofte: ‘Het Pact brengt de komende jaren ieder seizoen een humorvolle, warme, goed gemaakte voorstelling’ – en daar is met deze eersteling Volledig verknipt niets mee gelogen. Het is een opsteker te zien hoe acteurs zo voor hun rol gaan, voor dit stuk gaan en het lef hebben een nieuwe groep te beginnen.

Foto: Joris van Bennekom