Met PeerGroup kom je nog eens ergens. Het Drentse locatietheatergezelschap viert dit jaar met vier voorstellingen het vijftigjarig bestaan van Nationaal Park Drentsche Aa en gelijk een zwerm trekvogels strijkt de groep daarvoor telkens neer op lommerrijke plekken. Zo mocht er al gewandeld worden over het uitgestrekte Balloërveld en genoten van een bosrand in Schipborg. Voor nummer drie in de reeks zitten we weer aan de rand van een bos, een fraai uitgelichte bomenpartij in Gasteren dit keer, grenzend aan een groot grasveld.

Vogelvlucht heet de voorstelling, een titel die we vooral figuurlijk moeten verstaan. Weliswaar is hoofdpersonage Siemen een verwoed vogelaar en krijgen we tijdens de voorstelling heel wat ornithologische weetjes toegeworpen, maar het draait toch vooral om het uitvliegen en het vrij als een vogeltje willen zijn. In een snedige dialoog wordt dat onderstreept door alleen maar in vogeltermen en -spreekwoorden te spreken. De knuppel gaat in het hoenderhok, er wordt onder andermans duiven geschoten en de ander is zo trots als een pauw of juist een schijtlijster.

Siemen is de jongste van de drie mannen die samenleven in een kleine boerderij. Hij woont daar met zijn vader en zijn opa. Een kleine mannengemeenschap waar een vrouw node gemist wordt. Nu moet zoonlief vader corrigeren als hij smakt en slurpt, wat nog zijn kleinste zorg is. Van groter belang is zijn wens om het nest te willen verlaten, weg van die benauwde dorpssfeer met zijn korfbaltraditie, pestende klasgenoten en dorpsfeest met onvermijdelijke vogeltjesdans. Zijn droom is ecoloog te worden om het magische vogelrijk te kunnen bestuderen.

Een consistente verhaallijn is niet het sterkste aspect van Vogelvlucht. Regisseur Sanne Verkaaik heeft ingezet op de beeldende kracht van zwermen vogels en op de komische mogelijkheden van de kleinere scènes. Voor dat eerste is de hulp ingeschakeld van balletschool Wanda Kuiper uit Groningen, een samenwerking die geweldig uitpakt. In fraaie choreografieën zwermen de ballerina’s over het uitgestrekte grasveld, in helder contrast met de intieme keukentafelscènes op de voorgrond.

De speelscènes zijn te kort en te versnipperd om een stevige dramatische lijn neer te zetten. Wat niet wil zeggen dat in die korte tijdsspannen de spelers niet het allerbeste uit zichzelf halen. Albert Secuur is heel sterk als achteruitboerende vader, Ad van Kempen is een heerlijk droogkomische grootvader en Taco van Dijk kan al zijn talent inzetten als gymleraar of arrogante westerling.

In het bos speelt een band, een auto scheurt over het terrein, een kalf wordt met behulp van een trekker ter wereld gebracht, een vreugdevuur rijkt tot aan de hemel. Het zit er allemaal in en dat is misschien wat overdadig. Maar goed, elke vogel zingt zoals hij gebekt is.

Foto: Reyer Boxem