Rimmen, aftrekken, pijpen, anaal, gangbang, bondage en plasseks. We kennen deze activiteiten (of een selectie ervan) uit onze slaapkamer, van pornofilmpjes, uit onze fantasie of van stoere kroegpraat. Vrijwel elke cabaretier/stand-upcomedian slaat met enige regelmaat het sekspad in, maar – voor zover ik weet – heeft nog geen enkele cabaretier een volledig programma aan dit onderwerp gewijd. Dus als Johan Goossens dat wel doet in zijn zesde solo Vlam, is dat opmerkelijk, misschien zelfs wel baanbrekend. Maar of we daar nou blij mee moeten zijn, is weer een andere zaak.

Na alle voorpubliciteit – sex sells – is vooral de gedachte: willen we dit allemaal wel weten? Heb ik er wel behoefte aan om in de rol van voyeur te worden gedwongen? Tot in de intiemste details over je seksleven praten lijkt een van de laatste taboes te zijn, en Johan Goossens wil dat graag doorbreken. Maar wat is er in godsnaam mis met een paar taboes? Is het nog wel leuk en spannend als alle ongemakkelijkheden, van godsdienst tot de vraag hoeveel je verdient, worden weggeliberaliseerd?

De ruwheid van het thema wordt al direct gepolijst door de lounge-inloopmuziek van pianist Eelco Menkveld. En wat er verder nog aan reserves vooraf bestond wordt door Johan Goossens, slechts gekleed in een weinig flatteuze witte onderbroek en een paar riempjes rond de schouders voor zijn zendmicrofoon, die doen denken aan een voorwerp uit de sm-industrie, binnen vijf minuten weggepoetst. Dan heeft hij namelijk al een buitengewoon lief liedje over het lichaam gezongen en bijna zakelijk uitgelegd dat hij na zijn programma’s over zijn docentenbestaan, zijn dagleven, nu ook iets wil vertellen over zijn nachtleven, met als motto: alles is veel goorder als je het bedekt.

Het enige wat Goossens echt goor vindt zijn vrouwen en blanke mannen. En die donkere mannen waar hij op valt moeten wel een zekere leeftijd hebben, want hij heeft niets met dat jonge grut. En dan gaan inderdaad alle remmen los en komen we te weten dat Goosens over de techniek beschikt om een man de darmen uit zijn lijf te rimmen (wel zorgen dat je geen harde stukjes tussen je tanden krijgt) en krijgen we alle details te horen over zijn vluchtige dates via internet.

Maar zelfs als de onderbroek van Zeeman uitgaat en Goosens zich vervolgens hilarisch langzaam aankleedt, is er geen moment van ongemakkelijkheid. Het is Goosens gelukt om exact de juiste toon aan te slaan: een mooie mengeling van schaamteloosheid, warmte en ironie. De korte liefdesliedjes en de mooie, grappige verhalen over zijn vader dienen daarnaast als glijmiddel om het geheel niet te veel te laten schuren.

Foto: Anne van Zantwijk