Meer dan drie eeuwen trans-Atlantische slavenhandel krijgen in de Nederlandse geschiedschrijving en cultuur nog maar weinig aandacht, zeker als je het vergelijkt met vijf jaar jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit jaar, 150 jaar na de afschaffing van de slavernij, lijkt die aandacht er voorzichtig te komen, maar ik ben bang dat het voor veel mensen dan alweer gauw te veel is en de aandacht weer snel zal verdwijnen. Het is daarom belangrijk dat de Toneelmakerij in Verkocht jongeren laat zien dat er ook nu nog vele vormen van slavernij bestaan en dat die slavernij, verbijsterend genoeg, soms nog erger is dan vroeger.

Verkocht is een zeer spannend verhaal en wordt gespeeld op een uiterst geschikte locatie: de Van Gendthallen aan de VOC-kade in Amsterdam, in een grote verlaten fabriekshal met gesloten deuren en een kleine kantoorruimte opzij waar de opzichter zetelt. In deze tegelijk superrealistische en abstracte ruimte vertelt schrijver Roel Adams over een kleine Aziatische jongen (Phi Nguyen) die er met een vaag verhaal en een briefje als vluchteling binnenkomt om er te werken. Hij wordt bedreigd door een stoere opzichter (Peter van Heeringen), geholpen door een Thais meisje (Nhung Dam) en op een vals-vriendelijke manier binnengehaald door een deftige eigenares (travestierol van schrijver Roel Adam). Er zijn verder een geketende zwarte man (André Dongelmans), die wil dat de jongen wraak neemt op hun beulen, en een driehonderd jaar oude zwarte vrouw (Maureen Tauwnaar) die hem waarschuwt voor de gevolgen van dat geweld. Het is duidelijk dat iedereen wat anders in dit jongetje ziet en iets anders van hem wil. Dat maakt de voorstelling verrassend en veelzijdig.

Intussen wordt er slavenarbeid verricht en wordt tegelijk de afschaffing van de slavernij herdacht met een feestje. En worden ontroerende verhalen verteld en getoond uit het verleden. De oude vrouw werd honderden jaren geleden uit Afrika naar Suriname gebracht, waar haar zoontje van zes jaar haar werd ontnomen. Zij is hem al die tijd blijven zoeken en meent hem nu in deze jongen te vinden. Het Thaise meisje is op haar zestiende door haar eigen drankzuchtige vader verkocht aan een bordeelhoudster en vervolgens steeds weer doorverkocht totdat zij bijna niets meer waard is. Is deze jongen misschien haar jongste broertje die haar komt zoeken? Nog veel erger is het lot dat hem te wachten staat, als hij in een ijzeren kooi omhoog wordt gehesen; de rijke eigenares houdt er een zeer lucratieve handel in menselijke organen op na. Van een levende jongen kun je een nier verkopen, van een dode jongen twee. Dood ben je in deze wereld meer waard dan levend, is de bittere conclusie.

Het is werkelijk geen vrolijk verhaal over onze markteconomie en haar uitwassen dat de Toneelmakerij vertelt. Toch zitten er ook positieve, menselijke gebaren in, zijn er grappige scènes en kijk je vooral naar echte mensen, want alle spelers laten genuanceerde personen zien, met wie heel veel gebeurt. De tekst van Roel Adam is mooi en zit uitstekend in elkaar. De regie van Daniël van Klaveren en Paul Knieriem laat het ingewikkelde verhaal heel helder zien. Het decor (Leanne Vandenbussche en Nino van Warmerdam) bestaat voornamelijk uit ijzeren karren en containers die in deze ruimte thuis horen. Ook de kostuums van Jorine van Beek (voornamelijk een hele serie japonnen en pakjes van de eigenares) zijn precies hoe ze moeten zijn. Het geluidsontwerp van Wessel Schrik is opvallend goed.

Misschien het enige bezwaar is dat de locatie moeilijk te vinden is. De belangrijkste aanwijzing is dat het aan het einde van de Czaar Peterstraat is, bij het gebouw van de Volkskrant, Het Parool en Trouw en vlak tegenover het aardige, rommelige café Roest. Overigens kom je er vanzelf als je eerst aan de geluidswandeling vanaf het Scheepvaartmuseum meedoet.

Is de voorstelling (10+) niet te zwaar voor bijvoorbeeld tien- of elfjarigen, vroeg ik me af, maar het schijnt dat jonge kinderen de ellende wat luchtiger bekijken en er ook om kunnen lachen. Dat kan doordat we op een knappe manier tegelijkertijd in superrealistische scènes zitten en kijken naar mensen die toneel spelen en ons ook vanuit die positie toespreken. Bovendien loopt het stuk tegelijk goed en slecht af. Goed voor een paar individuele personen, maar heel slecht omdat het systeem in stand blijft en er nog bij wint ook. Ook dat is, vrees ik, realistisch aan dit stuk, dat veel meer is dan alleen maar realistisch.

Foto: Sanne Peper