Zover is het inmiddels gekomen: de relatie is gestrand. Gestrand op een keukeneiland, roept zij vinnig. Een keuken-schier-eiland, corrigeert hij pesterig. Vol overgave maken ze hun publiek deelgenoot van hun sores, dwars door de vierde wand heen: de keukenkastjes zonder handgreep, het Ikea-bezoek, de vrienden die wél gelukkig zijn. Echt gevaarlijker wordt het eigenlijk niet, en toch ben en blijf je begaan met het stel uit Vechtstuk, niet in de laatste plaats ook dankzij het heerlijk charmante spel.

Ans Van den Eede en Greg Timmermans speelden 10 jaar geleden samen Waar het met de wereld naartoe gaat, daar gaan wij naartoe als eerste stuk van hun destijds nieuwe gezelschap Hof van Eede: ‘een ode aan de dialoog’ van twee (bijna) dertigers. Nu, als bijna veertigers (en inmiddels deel van theatercollectief De Hoe), staan ze tegenover elkaar in Vechtstuk. Wie op de titel afgaat, verwacht mogelijk een heftigheid als in Who’s Afraid of Virginia Woolf, maar zo tenenkrommend destructief als George en Martha is dit tweetal niet. In Vechtstuk zit veel meer zachte humor, en tegelijkertijd klinkt in iedere syllabe de vertwijfeling door. De schrik, die eenieder om het hart slaat zo halverwege het leven. Hoe nu betekenisvol door te gaan, naast de ander?

Van den Eede schreef opnieuw de tekst, ditmaal samen met Wannes Gyselinck. Uiteraard draait het niet om een verbouwing van de keuken. Wanneer het licht uitvalt en het stel in het donker ronddoolt op zoek naar een (water-)lek, komen langs lijnen van dagelijkse ergernis levensvragen aan bod, hortend en stotend, ontwijkend, ongeduldig. En terwijl die praktische, moeizame gang van huiselijke zaken – intussen staan ze in de wacht bij verschillende technische hulpdiensten – zich op geestige wijze langzaam maar zeker ontrolt als een metafoor voor hun – herkenbare, zelfs onontkoombare? – staat van zijn, gloort er toch hoop op wezenlijke toenadering.

Wat heeft ons hier gebracht? Wat doen we eraan?

Klonk er aan het begin van de voorstelling het zoete Your Song, uiteindelijk heft hij (hun namen horen we niet) een weerbarstig lied aan, waaruit resoneert dat het met het geloof in dergelijke romantische liefde wel gedaan is. Sadder en wiser. En toch niet cynischer. Dat is de kunst, en samen zijn ze bezig zich die machtig te maken. Het mag zo lijken, maar dat doe je ze echt niet zomaar na.

Foto: Michiel Hendryckx