Een dagje aan het strand, Venice Beach California, 1942, ver weg van het Avondland dat vernietigd wordt. Rust, in het schijnsel van een ondergaande zon. Steeds meer moeten de strandgasten de stoelen en de handdoeken verschuiven om nog een straaltje zon op te vangen. Steeds meer komt de innerlijke onrust van de Duitstalige bannelingen naar boven. Ze zitten met een schuldgevoel dat ze hier niets voor hun wereld kunnen doen, dat ze moeten wennen aan de nieuwe wereld waarin ze nu vertoeven. Een moderne, mooie wereld is Amerika, dat wel, maar heimwee naar het oude Europa met zijn Wenen vervult hun harten.

Zal Amerika wel blijven wat het belooft te zijn? De vraag klinkt zwaar, maar Wannes Gyselinck (doctor in de Oudgriekse letterkunde, publicist, dramaturg, muziektheatermaker) en de andere leden van Hof van Eede hebben met veel humor dit onderwerp aangepakt. Lichte muzikaliteit, verbale snedigheid en heerlijke speelsheid maken Vanish Beach tot een fijnbesnaard staaltje van wat intellectueel theater kan bieden.

Bertolt Brecht, Thomas Mann, Arnold Schönberg, Theodor Adorno, Alma Mahler-Werfel, allemaal kunstenaars die op de vlucht waren voor het nazisme, kwamen in Amerika terecht. Hof van Eede plaatst de Europese bannelingen op Venice Beach, in de buurt van Hollywood, een nagebouwd Venetië. In dit pretpark mijmeren zij over de teloorgang van het Avondland en de glamour van hun nieuwe land, over weggaan, achterlaten en opnieuw beginnen, zich aanpassen, over een toekomst. Maar welke toekomst zal hun te wachten staan.

De personages hebben wel een naam, maar zijn geen echte personages. Hannah Immerfroh staat voor het Europese monument, Alma Rosenthal symboliseert de activist. Hans-Peter Schlimmer treedt aan als de analyticus en Heinrich Neumann aka Henry Newmann als de Amerika-kenner. Klaus Schönfeld is de pianist. Het zijn dus eerder persona, als in een allegorisch verhaal. Maar dan wel een allegorie zonder moraal.

Als toeschouwer word je niet meegesleept in de ontwikkeling van individuen, maar heb je ademruimte om mee te gaan in de uitgewisselde ideeën, visies, gedachtenkronkels. De voorstelling toont hoe het noodlot je in zijn greep kan houden, een noodlot waarop je zelf geen grip hebt. Een wat kafkaiaanse situatie is het. Kafka komt inderdaad nogal te sprake. Er zijn een paar teksten in dichtvorm omgezet en die worden gezongen door Hendrik Lasure in een eigen compositie.

Ongeveer halverwege de voorstelling is dat ‘Die Brücke’ van Kafka. Dat kort verhaaltje gaat over een man die zich een brug voelt en een ravijn overbrugt. Hij voelt zich nuttig, want hij helpt mensen om van de ene naar de andere kant te kunnen gaan. Maar er komt niemand. Hij wacht en wacht en wacht. Tot daar klinkt het lied, en dat stemt overeen met de situatie waarin de intellctuelen aan het strand verkeren. Het oorspronkelijk verhaaltje van Kafka heeft echter een vervolg. Op een moment komt er toch iemand naar de brug om over te steken, en wat gebeurt er: de brug stort in elkaar, houdt op brug te zijn. Is dat het lot dat deze persona boven het hoofd hangt? Een afloop die de persona vermoeden, met een grote graad van zekerheid, maar waarover angstig gezwegen wordt.

Dus praten ze over andere dingen. De acteur-‘americandus’ speelt een SS’er en maakt zo succes in Amerika, hij looft Amerika vanwege de mooie tanden van de mensen, vanwege de wegen en auto’s en de Grand Canyon. Frau Immerfroh (het oude Europa) wil nog romans schrijven over Cowboy K. en over K. die naar Mars wil. De andere wijzen haar erop dat ze Kafka na-aapt, maar zij zelf ontkent dat. Ze vindt dat ze sf schrijft.

Ze hebben het over de geschiedenis van de mensheid: dat is nu eenmaal vanaf het begin een geschiedenis van migratie. De homo sapiens trok van het ene werelddeel naar het andere, de mensen uit het Byzantijnse rijk vluchtten naar Rome, de Joden probeerden naar andere oorden te ontwijken, Hugenoten moesten weg. De actuele problematiek van asielzoekers en ontheemden voel je onderhuids aanwezig.

De ontheemden uit de theatervoorstelling schwärmen over het oude vertrouwde Wenen, ze kissebissen over het al dan niet een dankwoord richten tot Amerika voor de opvang. Ze hebben het over kunst, de rol van schoonheid. Maar kan dat nog in een kapot Europa? ‘Vergoelijkt de bloeiende klaproos op de mestvaalt de stank?’

En ze zingen. In het begin op een tekst van Rilke ‘wer jetzt kein Haus baut, baut sich keines mehr’. Het publiek wordt wat later aangemaand om mee te zingen. Ans van den Ede weet dat zo mooi aan te brengen, dat zelfs ik meezing….

Marjan De Schutter, Filip Jordens, Greg Timmermans, Ans Van den Eede en componist-muzikant Hendrik Lasure, allen laten het spelplezier en de verbeelding zinderen, spelen dat ze spelen in deze voorstelling die verrassend in tekst, muziek en beeld gecomponeerd en geënsceneerd is door Wannes Gyselinck en Ans Van den Eede. Zus Louise Van den Eede keek over de schouders mee, en Willem de Wolf was de eindcoach.

Met een aandoenlijke lichtheid én tegelijkertijd met een diepgang pakt deze productie een maatschappelijke realiteit aan. Dit dagje strand is wel wat meer dan een dagje op een ligstoel in de zon luieren. Het Hof van Eede doet dat intelligent en speels en raak, zoals alleen het Hof van Eede dat kan.

Foto: Michiel Hendryckx