Het zit Pieter Derks dwars: dat hij zo vergroeid is met zijn iPhone dat hij die tijdens het plassen in een café checkt. Dat we onze normale levens op Facebook gooien in de hoop dat anderen ze bijzonder vinden en zullen liken. De afhankelijkheid van die opgestoken duimpjes,  hij zingt er een mooi – hoewel niet helemaal zuiver – lied over.

‘Bekend van De wereld draait door’ staat op Derks’ theateraffiche, maar eerder nog waren er de theaterprogramma’s. Van nature is zijn vierde, waarin de jonge, beweeglijke cabaretier (1984) met het vriendelijke gezicht zich ontpopt tot een onderhoudend verhalenverteller. Gezellig, zo voelt het om bij hem in de zaal te zitten. Zijn tempo doet niet onder voor dat van Matthijs van Nieuwkerk; hij ratelt van de Franse demonstratie tegen het homohuwelijk naar een mislukte affaire tussen twee neushoorns.

De natuur loopt als een rode draad door zijn verhaal. Daar gaan de dingen nog gewoon zoals ze gaan en spelen social media en beeldvorming geen rol. Vandaar ook die met klimop begroeide piano. Twee liedjes speelt hij erop, broodnodige rustpunten in een voorstelling die zich in uptempo voltrekt. Af en toe zou je willen dat hij een moment stil durfde te zijn, een gedachte de tijd zou geven te bezinken. Maar Derks heeft liever dat we lachen dan dat we denken, zegt hij; denken, dat hoort hij niet.

Dus dendert hij door. Over het bedrijfsleven dat langzaam de politiek verdringt, over de plastic soep die in de oceaan drijft en toch ook mooie kanten heeft. Zijn lenige geest kan geestige sprongetjes maken, er zitten een paar rake observaties in de voorstelling, maar scherp of gevaarlijk wordt het niet. Brutalen hebben de halve wereld, maar wij hebben de andere helft, zingt hij.

Derks zou zich wat vaker op het terrein van de brutalen moeten begeven. Het mag wel wat meer schuren allemaal. Misschien kan hij beginnen met het opheffen van zijn Facebookaccount. De jonge generatie cabaretiers klaagt dat ze zich een slaaf van de social media voelt, maar mist het lef om zich eraan te onttrekken. Als Derks nu eens de eerste zou zijn. Heeft hij meteen tijd om meer liedjes te schrijven, daar horen we er graag meer van.

(foto: Jaap Reedijk)