‘Wij zijn allang geen vrienden meer’, concluderen ze halverwege. In Vader en moedertje zoeken drie mensen uit hoe ze met elkaar om moeten gaan nu er een kind is, waardoor de verhoudingen radicaal zijn veranderd.

In de beginscène is de irritatiegrens al meteen ruimschoots overschreden. Zij wacht ‘al lang, met lekkende tieten’, de twee jongens komen, elkaar liefkozend en duidelijk met iets anders bezig, traag binnenlopen. In het vervolg van Vader en moedertje, de nieuwe productie van Bellevue Lunchtheater, zien we hoe zij ‘vader en moedertje’ geworden zijn.

El en Vic zijn al bevriend sinds ze als puber gingen discozwemmen. Nu zijn ze dertigers, allebei goedgebekt, mooi, zonder partner, maar met een druk leven in de stad. Hij is homo, zij hetero, samen zoeken ze op internet naar mooie jongens. Genoeg reden om niet per se een kind te willen. Maar toch…

Zijn het de hormonen? Eigenlijk wordt het niet zo duidelijk maar op een dag vraagt ze het hem gewoon: zou hij niet de vader van haar kind willen zijn? En hij weet sinds kort dat hij hiv-positief is; het heeft hem doen beseffen dat ‘leven beter is dan de dood’. Ze besluiten om het te gaan proberen: samen een kind krijgen.

Na het succes van Kogelvis uit 2016 (waarvan de grotezaalherneming in 2018 werd genomineerd voor het Nederlands Theater Festival), schrijft Nic Bruckman een tweede voorstelling voor Bellevue Lunchtheater, geïnspireerd door zijn eigen ervaringen als biologische vader buiten het traditionele gezinsmodel om. Ditmaal regisseert hij ook zelf.

In korte, fragmentarische scènes leren we hoe dat is gegaan: het gehannes met een eierdopje vol sperma; de teleurstelling als toch maand na maand ‘de rode vlag weer uithangt’; het gekibbel over hoe dat er straks uit moet zien. Ja, ze gaan het samen doen, fiftyfifty, maar hoe dat er in de praktijk uitziet als zij buiten wil gaan wonen en hij coûte que coûte in de stad wil blijven? Geen idee.

Wanneer Vic een nieuwe liefde vindt, is zijn nieuwe vriend wel direct bezorgd over de consequenties: ‘Hebben jullie dan helemaal niks afgesproken?’ vraagt hij verbijsterd. Hij is niet bepaald enthousiast over het plan – ‘kinderen zijn vooral slecht voor het milieu’, zegt hij als Vic hem vraagt hoe hij tegenover een kind zou staan – maar ook niet echt afwijzend. ‘Vind je het eigenlijk nog wel leuk?’ vraagt hij hem na het zoveelste relaas over een mislukte poging.

De tekst is geestig en direct, maar nogal kabbelend. De komst van de nieuwe vriend levert al evenmin een echte confrontatie op. De spanningen lopen op maar lijken ook weer met een sisser af te lopen. Zelfs de bevalling wordt weggemoffeld op het achtertoneel in een klein zwembad (scenografie: Basia Binkowska). Dramatisch gebeurt er eenvoudig te weinig spannends om echt geraakt te worden. Voor het spel van de drie acteurs geldt dat ook: Teun Donders bijvoorbeeld, die in Hendrik IV (2021) de toeschouwer nog alle hoeken van de Paloni Zaal in Bellevue liet zien, komt als de lieve, maar weinig uitdagende Vic veel te weinig tot zijn recht. Dat geldt ook voor de andere acteurs, Stefanie van Leersum en Jelmer de Groot.

Ze zijn niet meer gewoon vrienden zoals vroeger, dat is duidelijk. Evenmin zijn ze  een vader en moeder zoals in het traditionele gezin. Maar over hoe die nieuwe familieband er dan uit gaat zien, hoe het krijgen van een kind hen heeft veranderd, krijg je uiteindelijk amper een beeld.

Foto: Knelis