Eerst een witte wand, dan een zwevende kubus en tot slot dat treinspoor. Voor de derde keer organiseren het Nederlands Dans Theater en Korzo Up & Coming Choreographers, een avond waarop vier jonge NDT-choreografen nieuw werk presenteren. Hun stijlen lopen uiteen, maar één ding valt op: geen performance vindt plaats op een leeg podium. Als er geen extra wandje staat, dan hangt er wel een kubus of rijdt een treintje voorbij.

In False awakening laat de Chinese Meghan Lou zijn dansers dansen in een surrealistisch decor. Geen decor dat is opgebouwd op het toneel, maar animaties op een extra wand aan de zijkant van het podium. Als schaduwen stappen de dansers deze wereld in. Ze ontmoeten elkaar onder een straatlantaarn, een jongen haast zich door een stad, dan een achtervolging en weer andere ontmoetingen. Het zijn stuk voor stuk kleurrijke omgevingen, getekend in heldere lijnen en grote vormen. Toch is de ondertoon duister, aangezet door de groteske bewegingen van de dansers. Rennend heffen zij hun ellebogen en knieën hoog op, bijna zoals stripfiguren. Ook buiten de schaduwwereld blijven bewegingen grotesk, de sfeer onheilspellend. False awakening kent een reeks losse momenten, uitgewerkt als een dromensequentie. Vooral de wisselwerking tussen de silhouetten en de dansers voor de wand is fascinerend – een element dat nog meer uitgebuit had kunnen worden.

De tweede choreografie, Link van Imre en Marne van Opstal, is een stuk bedeesder, maar niet minder intrigerend. Het decor is sober, alleen een zwevende kubus vergezelt de zes dansers op het podium. Daarop verschijnen flarden van video’s: Charlie Chaplin in bibberend zwart-wit. Ondertussen bewegen de dansers zich gezamenlijk door de ruimte, af en toe schiet iemand eigenwijs een andere kant op, tot de groep volledig uit elkaar valt. Duo’s worden gevormd, een enkeling blijft alleen. De compositie van Amos Ben-Tal, gebaseerd op stukken van Emptyset, Pjusk en Purcell, dreunt de dansers in een krachtig ritme. Daardoor heeft Link een verslavend tempo met een mooie, ingetogen beeldtaal. Het is de kortste voorstelling van het programma, maar ook de meest indrukwekkende.

Trivial friend van de Tjechische Jiri Pokorny sluit de avond af. In vergelijking met de eerste twee voorstellingen is het podium een stuk drukker. Een treinspoor kadert het speelveld af, een miniatuurtreintje tuft langs, links hangt een schommel en staan dozen, kokers, vormen. Het is opvallend dat juist één van de minst overdadige scènes het mooist blijkt: het spel van onder anderen Spencer Dickhaus met een gekantelde trap – hoe hij klimt en schuift, duwt en weer opstaat. Bij Trivial friend zijn dit soort intieme momenten het meest overtuigend, klein maar veelzeggend op dat volle podium.

(False awakening – NDT2/Menghan Lou, foto: Joris Jan Bos)