Untold is een moderne muziektheaterversie, of zeg maar gerust opera, in een traditioneel Chinees lijkend jasje, van het sprookje over Ye Xian, een Chinese voorloper van het Assepoester-verhaal, op muziek van en mee-geregisseerd door de jonge Britse componist Alex Ho. Het sprookjesverhaal wordt onderbroken door interventies van de zes uitvoerenden (inclusief Ho), allen met een Chinese, Hongkongse of Taiwanese migratieachtergrond, over het leven als individu uit een minderheid binnen moderne samenlevingen zoals die van het Verenigd Koninkrijk, de VS en Canada.

In deze oerversie van het Assepoesterverhaal, dat uit de negende eeuw dateert, zit een ontroerende extra verhaallijn die in de voorstelling dramatisch en visueel breed wordt uitgemeten. Het gaat over een vis die Ye Xian tegenkomt in het meer waar zij dagelijks water moet halen, en waarmee ze bevriend raakt. Ye Xian is de dochter van een lokale stamleider die stierf toen ze jong was. Omdat haar moeder al eerder stierf, staat ze nu onder de hoede van de tweede echtgenote van haar vader, die haar na de dood van haar vader mishandelt. Door de vriendschap met de vis, die in sommige versie van het sprookje een reïncarnatie van haar overleden moeder is, kan ze de vernederingen thuis verdragen. Haar stiefmoeder komt daar achter, doodt de vis en serveert die aan de familie. Maar Ye Xian vindt de graten, die magisch zijn, en deze helpen haar zich gepast te kleden voor een plaatselijk volksfeest, inclusief lichte gouden schoenen. Haar stiefgezin herkent haar op het feest, waardoor ze moet vluchten en per ongeluk een schoen verliest. Maar ze was opgevallen bij de koning, die haar verloren schoen vindt en overal naar haar laat zoeken.

De ’teasers’ in de voorstelling zijn natuurlijk het gerechtigheidsmotief, namelijk of het meisje aldus gerechtigheid en geluk vindt, en het wraakmotief: op welke manier de kwaadaardige stief-familie aan haar trekken komt. In het Chinese origineel realiseert de koning zich dat zij de ware is en neemt haar mee naar zijn paleis. Haar wrede stiefmoeder en halfzus worden gedood door rondvliegende stenen.

In Untold gaat het anders. Ye Xian besluit om zich niet te bekend te maken. Want, zo zegt ze, ze wil niet in de droom van iemand anders leven.

En zowaar, het ensemble heeft het sprookje tot dan toe zo indringend gebracht dat je eerst een gevoel van teleurstelling bekruipt; je wil dat het allemaal ‘goed’ afloopt zoals in het sprookje zoals we het kennen. Maar nee, hoe waar de sprookjes volgens de dieptepsychologie ook zijn, de happy ends zijn ook illusies. En een happy end waarin Ye Xian/Assepoester zich opnieuw moet plooien naar haar omgeving, ook al zou het als koningin zijn, is misschien geen happy end.

De spannendste momenten van het sprookje worden onderbroken door eigen verhalen van de uitvoerenden. Ieder hebben ze een aan China, Taiwan of Hong Kong gerelateerde, dus ook onderling verschillende migratieachtergrond. Maar hun ervaringen van racisme, maar ook van onbegrip binnen de eigen familie, zijn vergelijkbaar. Er was de auditie bij een dansgezelschap waarbij werd opgemerkt dat men al een oriëntaalse danser in het gezelschap had. Er was de vijandigheid die personen met Oosters uiterlijk tijdens de Corona-epidemie ervoeren. Countertenor Keith Pun vertelt over het onbegrip bij zijn familie toen hij vertelde dat hij countertenor wilde worden en ook hoe zijn moeder reageerde op de vraag of ze erbij zou zijn als hij op een dag met een man zou trouwen (niet, dus). Mantawoman alias Reylon Yount, die de Chinese yangqin-citer bespeelt en die gewend is lange gewaden te dragen, vertelt hoe hen bij een evenement met de sponsors van hun conservatorium dringend werd verzocht om vanwege de mogelijke opvattingen van de sponsors toch maar liever in overhemd en broek op te treden en hoe een professor een goedmoedig bedoelde thumbs up gaf toen hen inderdaad gehoor had gegeven aan haar verzoek.

Dit alles wordt uitgebeeld met een ingenieuze muzikale en theatrale dramaturgie. Danseres Jasmine Chiu speelt de protagoniste Ye Xian met een aanstekelijke lichtheid en de nodige ernst op andere momenten. Countertenor Keith Pun heeft een rol als evangelist-cantor, en neemt ook virtuoze lyrische zangpartijen van de vis en de koning voor zijn rekening. Mantawoman draagt zorg voor een groot deel van het gesproken verhaal. Alex Ho, pianist en dirigent, componeerde de vaak atonale of Oosters-pentatonische, maar ook evocatieve en voor mijn oren welluidende muziek. De instrumentatie met Ho’s piano, Daniel Shao’s fluit, Mantawomans Yangqin en Joanne Chiangs uitgebreide Chinese percussie voert de toeschouwer naar een verre wereld zonder Oriëntalistisch te worden.

De zes uitvoerenden hebben een vaste uitgangsplaats rond een podium dat zowel het bergdorp als een maanbeschenen meer met rietkragen kan verbeelden. De performers rennen geregeld rond en over het podium. Ook hier een subtiel gebruik van elementen van de Chinese opera zonder dat het Chinoiserie wordt.

Ook dit was weer een gelukkige keuze van de programmeurs van het O. Festival, in samenwerking met Muziektheater Transparant en Concertgebouw Brugge. En ja, het publiek weet de voorstelling ook te vinden. Uitverkocht. Het kan zijn dat een deel van het publiek bestond uit professionele programmeurs. Maar dan gaat deze door Corona onderbroken productie uit 2019 hopelijk verder aan een terechte zegetocht over de wereld.

Verder zou één van de Nederlandse operagezelschappen er goed aan doen Alex Ho of het hele artistieke team uit te nodigen voor iets volgends.

Foto: Koen Broos