Een groot zwart kruis draait rond, langzaam als de wijzers van een klok. Het is een uitgespaarde ruimte in een zwart vlak. Acteur Edgar Selge van Deutsches Schauspielhaus Hamburg gaat in het kruis liggen, zoekt bescherming en stouwt het aan het slot van de voorstelling Unterwerfung vol met levensmiddelen. Dit kantelende kruis is extreem symbolisch, zeker als het op zijn kop staat. Het failliet van de christelijke wereld is erin vertegenwoordigd, en in uitgebreider betekenis: de westerse samenleving, waarvan Frankrijk de intellectuele bakermat is. Acteur Selge verricht een theaterwonder in zijn solo Unterwerfung naar de roman Soumission (Onderworpen, 2015) van de Franse schrijver Michel Houellebecq. Meer dan twee uur houdt hij tijdens het internationale festival Brandhaarden een volle Amsterdamse Stadsschouwburg in de ban van zijn stem en gestiek, maar vooral van de brandende en explosieve actualiteit van het gedachtengoed dat Houellebecq in Onderworpen onderzoekt.

De voorstelling beweegt zich van diepzwart naar helderwit. Regisseur Karin Beier, intendant van het Hamburgse theaterhuis, monteert de solo als een klassieke tragedie voor een man alleen, in conflict met oppermachten als het christendom, de islam, de Franse politiek en de universitaire kringen van de Sorbonne. Selge als hoofdpersoon François, een misantropische docent in de letteren gepromoveerd op de decadente schrijver Joris-Karl Huysmans, begint losjes over zijn verleden te vertellen. Op een ouderwetse pick-up draait hij een lp met de stem van Houellebecq die eigen gedichten voordraagt. ‘Je moet maar durven’, aldus François.

Deze François is innemend, en naar uiterlijk sterk gelijkend op Houellebecq die net als zijn hoofdpersoon in het hart van het Parijse Chinatown woont. Geleidelijk transformeert hij zijn monoloog naar een steeds giftiger aanklacht tegen de westerse consumptiemaatschappij, de genotvolle libertijnse levensstijl van alcohol en seks en de teloorgang van idealen. In de toekomstroman Soumission schetst hij het Frankrijk van 2022 waarin de islamisering zich langs lijnen van geleidelijkheid heeft voltrokken. De gematigde partijen sluiten een bond met de Moslimbroederschap van de ambitieuze politicus Mohammed Ben Abbes. Hiermee staat het Front National van Marine Le Pen buitenspel. In Houellebecqs visie heeft het krachtenspel van moslimfundamentalisme en extreem rechts in Frankrijk voor een gunstige tijd voor de islam gezorgd. Pikant en veelzeggend detail is dat François het aanvankelijk gemunt heeft op zijn universitaire collega’s die zich uit angst voor ontslag aansluiten bij de Sorbonne, die geheel in handen van de islam is. Extreem hoog salaris lokt hen, maar ook de seksuele geneugten meerdere vrouwen te mogen bezitten.

Net als in Houellebecqs meest omstreden en beroemdste roman, Elementaire deeltjes (1998), richt hij zijn gram op de teloorgang van idealen in de westerse maatschappij. Maar de roman navertellen doet geen recht aan de theatraliteit van Selges spel en de razend knappe regie van Beier. Halverwege Selges kruistocht tegen het Franse denken, dat zich vooringenomen keert tegen de islam, raakt zijn hoofdpersoon in crisis: hij schminkt zich wit als een clown, drinkt, veegt de vlekken uit zijn sjofele kleren en trekt zich terug in zijn hol. Dan triomfeert hij geleidelijk naarmate hij inziet dat de islam als enige religie de ‘wereld als geheel begrijpt’. Opeens wijkt het gitzwarte kruis naar achteren, ruimen twee gesluierde moslima’s de rommel van de consumptiemaatschappij op en kleedt François zich in stralend wit. Hij bekeert zich tot de islam en vindt een nieuw geluk, een nieuwe geborgenheid. Sleutelwoord is ‘onderwerping’, wat trouwens de letterlijke vertaling is van islam. Onderworpenheid van de vrouw aan de man is een goed, een gunst en voorrecht, en allesbehalve een kwalijke zaak. Het is verschrikkelijk knap van Selge dat hij als een verbale muzikant naar dit woord toewerkt, totdat het bijna als een groots akkoord klinkt. Onderwerping. Uiteindelijk is alles licht en klinkt er Arabische muziek. Om nog eens de overtreffende trap te gebruiken: nog knapper is het dat Selges monoloog vol wanhoop schuilt en toch ook een verlossende weg biedt. Het is aan de toeschouwer die keuze te maken.

Eerder was in het Brandhaarden-festival Beiers regie van Schiff der Träume te zien, geïnspireerd door Fellini’s film E la nave va. Ook hierin toont ze het westerse ongemak en de angst voor het vreemde, in dit geval Afrikaanse vluchtelingen die een luxe cruiseschip in de mediterrane wateren tot hun eigendom verklaren. In zowel Unterwerfung als Schiff der Träume geeft Beier impliciet antwoord op de klemmende vraag die in Nederlandse theaterkringen zo vaak word gesteld: ‘Waarom is het Duitse theater zoveel geëngageerder, zoveel politieker?’ Het antwoord ligt in het woord ‘moed’: het Duitse theater durft actuele vragen te stellen die ongemakkelijk zijn, die ons dwingen een eigen standpunt in te nemen. Men kiest nooit voor de makkelijke weg om het grote publiek aan zich te binden met zogenaamd aanspreekbare voorstellingen. Het Duitse theater dwingt tot denken.

Foto: Klaus Lefebvre