Een gebutste Mercedes Benz. Meer meende de Duitse regisseur Sebastian Nübling niet nodig te hebben om zijn kritische versie van de Nibelungen-sage vorm te geven. Prominent staat het paradepaard van de Duitse automobielindustrie bij aanvang midden op het podium. Het zal die centrale plaats een groot deel van de voorstelling niet meer prijsgeven.

Nübling is sinds twee jaar huisregisseur bij het Berlijnse Gorki, een van de vijf stadsgezelschappen aldaar. Hij is er medeverantwoordelijk voor het bewaken van de erfenis die het Gorki draagt, die van het kritische reflecteren op de samenleving. Dat deed het gezelschap al toen het nog middenin het Oost-Berlijn van voor De Muur stond en dat doet het theater sinds Die Wende.

In het geval van het Nibelungen-verhaal geldt die kritische reflectie vooral de onttakeling. In Gorki’s versie valt er weinig heldhaftigs meer te ontwaren in dit epos over superkrachten, magisch bloed en gepassioneerde liefde. Vergeet Wagner, vergeet ook Tolkien: de dramatis personae in Der Untergang der Nibelungen – The Beauty of Revenge zijn klungels, stoerdoeners en roddelkonten. In hun verschijningsvorm doen ze eerder denken aan campinggasten die bij toeval in een duur resort terecht zijn gekomen, alsof ze de straatprijs in de postcodeloterij gewonnen hebben.

Bij deze totale uitkleding van de heldhaftigheid past ook de totale versobering van de enscenering. Voor een Wagneriaans Gesamtkunstwerk  hoef je bij Nübling niet aan te komen. Het verhaal wordt niet meeslepend gebracht maar eerder getoond, teruggebracht tot een essentie waarin de kleingeestigheid het wint van een sterke identiteit. Hier geen über-Germanen maar kwakkelaars.

Hoe consequent deze aanpak ook toegepast wordt, daarin schuilt tegelijk de zwakte van deze enscenering. Althans, voor de Nederlandse toeschouwer. Iemand als Arnon Grunberg mag graag poneren dat Nederland eigenlijk niet meer is dan soort provincie van Duitsland, bij dit soort voorstellingen blijkt er toch een groot gat te bestaan tussen beide culturen. Ga maar na: welk mythisch verhaal doet het Neêrlandsch bloed sneller door d’aderen vloeien? Geen.

Waar de zowel bloedmooie als gevreesde Brunhild gespeeld wordt door een man met baard en lange haren zal dat wellicht in Duitsland als heiligschennis worden ervaren, hier zien we toch vooral een weinig schokkende knipoog naar Conchita Wurst. En als de Bourgondische koning Gunther met zijn broers en oom aangekleed zijn als een jeugdbende, met alle stoere poses van dien, denk ik toch eerder aan die ene reclame waarin een paar nerds per ongeluk terecht gekomen zijn in een ruige achterbuurt. Een verkeerde afslag genomen en er dan toch maar het beste van proberen te maken.

Deze Nibelungen gaat een debat aan met een Duitse traditie. Boeiend om kennis van te nemen maar je blijft een buitenstaander.

Foto: Ute Langkafel