In Una costilla sobre la mesa: Madre verwerkt de Spaanse theatermaker Angélica Liddell de dood van haar moeder. Dat doet ze, als vanouds, met veel geladen emotie. Het even fraaie als gruwelijke rituele afscheid beschrijft een moeizame relatie, maar blijkt uiteindelijk een louterende verzoening met het lot. En een ode aan het moederland.

In een landschap van bekleden tronen nestelt zich een vrouw. Haar wanhopige monoloog beschrijft het emotionele afscheid van haar moeder. De zwaar geladen klaagzang onthult de complexiteit van de relatie, waarin gaandeweg uit medelijden en schuldgevoel toch nog een soort van liefde groeit. Aan de hand van een reeks riten beschrijft Una costilla sobre la mesa: Madre (een rib op de tafel) de reconciliatie. Omdat met de riten ook het leven op het platteland in ere wordt hersteld, valt de hyperpersoonlijke biografie van Liddell samen met een historisch perspectief.

De riten krijgen vorm in kleurige en zwarte kostuums uit de traditie van het droge Spaanse Extremadura. Daarin ook sobere dans en prachtige liederen van zanger Niño de Elche, die ook een uitstekend improvisator blijkt en zijn stem met veel lichamelijkheid ook los van de traditionele liederen inzet tijdens de performance. Het is indrukwekkend. Een reeks prachtige beelden toont de levensstadia in willekeurige volgorde; van een zwangerschap, het afscheid van de kindertijd tot de dood. Ze worden gerealiseerd met hulp van eenentwintig lokale figuranten, vlekkeloos!

Liddell vertrok vanuit de roman As I lay dying van William Faulkner, die een arm gezin beschrijft waarvan de moeder sterft. Enkele prachtige citaten uit dat werk verweeft ze met haar eigen geschreven teksten. Beide dwingen respect af. Ook liet ze zich inspireren door foto’s van vrouwen met bedekte hoofden uit de negentiende eeuw. Als in al haar voorstellingen staat ze zelf centraal op het podium, waar ze jammert, schreeuwt, kwijlt en zich door een schimmige figuur vast laat binden aan een stok. Opnieuw schept dat een iconisch christelijk beeld, het werk van Liddell zit er doorgaans vol van.

De plechtigheid wordt aangekleed met muziek van Pachelbel en de apotheose is compleet als de tronen tot leven komen. Aan de hand van een heidens varkensritueel worden de demonen ten slotte verslagen en kan het leven opnieuw beginnen. Liddell weet het mooi vorm te geven, maar slaat de schoonheid ook steeds weer om de oren met haar donkere heksengeest. Het blijft fascinerend, die wisselwerking. Liddell is weer ouderwets gevaarlijk en stelt in al haar woede en verdriet ondertussen subtiel de netelige positie van de vrouw ter discussie.

Foto: Susana Paiva