Rechtvaardig is de dood: hij spaart graaf noch koning. Hij klopt zowel aan ’t hof als aan der boeren woning. Dat mag zo zijn, wie een kind verliest, denkt wel anders over die rechtvaardigheid. Marlies Heuer presenteerde het Zeeland Nazomerfestival het idee om Uit de tijd vallen van David Grossman voor het podium geschikt te maken. Ze bewerkte het boek zelf, samen met dramaturg Alex Mallems. Daarna werd ze ernstig ziek. Ze balanceerde op het randje en het plan moest steeds uitgesteld worden. Nu voert ze haar plan uit, als regisseuse en als actrice, samen met de mensen die in de zwartste tijden om haar bed stonden. Welkom terug mevrouw Heuer, en nog vele mooie jaren.

Vijf zandhopen liggen in de hal naast het Industrieel Museum Zeeland. Vijf kinderen zijn overleden, maar dat schept nauwelijks een band tussen de zes mensen op het podium, die allemaal een kind verloren. Geluk verbindt, algemeen beleefd verdriet ook, maar als het zo persoonlijk wordt, ben je op jezelf teruggeworpen.

Centraal staan een man en een vrouw, de ouders van een gesneuvelde zoon. Auteur Grossman zelf verloor zijn voor het Israëlische leger opgeroepen kind in 2006. Twee dagen voor de fatale gebeurtenis had hij met Amos Oz nog opgeroepen om de aanvallen op Libanon te staken. Hoe rechtvaardig wil je het hebben? Grossman was bijna opgehouden met schrijven.

Vader (Theo Nijland) en moeder (Marlies Heuer) kiezen verschillende manieren van rouwverwerking. ‘We hadden elkaar beloofd dat we aan hem zouden blijven lijden’, zegt zij, in de hoop om samen te blijven in hun verwerking. Maar haar man wil per se naar de plaats waar hun zoon is. Het dodenrijk dus. Wandelend gaat hij op weg, ‘als een opengeklapt scheermes’. Hij laat haar vertwijfeld achter. ‘Zal ik jou ooit nog zien zoals je bent en niet zoals hij er niet meer is?’

De hertog (Lottie de Bruijn) heeft de stadschroniqueur (Jan Paul Buijs) opgedragen alle verhalen van dode kinderen op te tekenen, alleen dat over de dood van zijn eigen kind te vermijden. Hertog, centaur en nettenboetster (Indra Cauwels) vertellen; de laatste vooral met beweging en uiteindelijk met een ijselijke schreeuw. Cellist Jan Kuijken, levenspartner van Marlies Heuer, speelt vragende frasen en gefragmenteerde klaagzangen.

Met Marlies Heuer als aanvoerder is de tekstbehandeling over de hele linie uitstekend. Ieders woorden zijn gewogen, alle rollen zijn zorgvuldig uitgewerkt, zonder franjes en daardoor des te indringender. Dic van Duin, met wie Heuer veel mooie voorstellingen maakte, speelt de centaur: half man, half schrijftafel. Hij zoekt koortsachtig en vergeefs naar woorden, koestert zijn speelgoedverzameling en schopt gefrustreerd om zich heen. Vooral de klerk moet het ontgelden. De taal, hoe beperkt ook, is het enige middel dat ze hebben.

In Uit de tijd vallen heeft Grossman zich de taak gesteld om woorden te vinden waarvoor geen woorden zijn. Het boek is familie van Schaduwkind (Thomese), Contrapunt (Enquist) en Tonio (Van der Heijden). Het gebruikt geen grote woorden – de gebeurtenis zelf is al groot genoeg – maar zegt wel akelig rake dingen over wat rouw met een mens kan doen. ‘Laten we de herinnering scheiden van de pijn, om het verleden niet van pijn doortrokken te laten zijn.’ Dat is nodig, maar ook veel makkelijker gezegd dan gedaan. Je kunt blijven zitten of rondlopen. Je kunt je opsluiten of de wereld ingaan. Je kunt tafels dekken of papieren rangschikken. Je kunt schelden of zwijgen. Je kunt schrijven. Er blijft hooguit een half mens van je over.

Uiteindelijk komen de personages in opstand tegen de last op hun schouders. ‘Verdwijn nu maar eens uit ons leven. Ga nu maar eens dood’, zeggen ze tegen de donkere wolken boven hun hoofd. Maar ze weten ook dat het niet overgaat. En dat ze het zelf moeten uitzoeken. In rouw is iedereen hartverscheurend alleen.

Foto: Lex de Meester