‘Als ik een katoenen witte jurk draag, dan weet ik zeker dat die zwart is.’ En: ‘De oude Brecht zei al: “Acteurs moeten citeren. Woorden doen nooit recht aan de werkelijkheid.”’

Dit zijn slechts twee van de vele bijzondere oneliners uit de voorstelling Twee of drie dingen die ik – niet – van haar weet, samengesteld en gespeeld door Annette Kouwenhoven en Miranda Prein onder de hoede van Maatschappij Discordia. Het is het derde deel uit een reeks over vrouwelijkheid en onderzoek naar vrouwelijkheid. Nog een bijzondere stelling uit het optreden: ‘Wat weet je eigenlijk meer over een man of een vrouw als je een vrouw bent of een man.’ Met andere woorden: begrijpen vrouwen elkaar beter of begrijpt een man juist een vrouw beter?

Het decor bestaat, zoals in eerdere Discordia-voorstellingen, uit houten schotten die mooi zijn van puurheid. Annette Kouwenhoven en Miranda Prein hebben een vertellende manier van acteren, achteloos, los uit de pols. De openingsscène is sterk en gaat over mannelijk, vrouwelijk of onzijdig van de woorden. Ja, ‘hysterie’ is vrouwelijk en ‘gril’ ook, maar ‘steen’ is mannelijk. Vanaf dit vertrekpunt waaiert de voorstelling vele kanten op. De aankleding in wijdvallende gewaden in combinatie met negentiende-eeuwse broeken geeft de actrices iets androgyns. In een speelstijl die zowel koel als vastberaden is, vertolkt Prein de rol van geweten: zij stelt de vragen die Kouwenhoven tot wanhoop drijven.

Het is knap hoe Prein een krachtig-mannelijke toon kan aanmeten, zeker in een uitdagende scène over seks. Praten over seks, dat is mannelijk. Kouwenhoven weert af. Of die scène over ‘bukken’: ‘Voor vijfenveertig euro wil ik best bukken.’ Deze machoachtige uitspraak vervult Kouwenhoven met weerzin. Het aardse van Prein contrasteert met de filosofisch georiënteerde zoektocht van Kouwenhoven. Zij herinnert aan Orlando, de weetgierige en indringende hoofdpersoon uit de gelijknamige roman van Virginia Woolf. Kouwenhoven repliceert op deze machotaal met de uitspraak: ‘Als kunst vorm is die stijl krijgt, en daarachter loert de mens, dan is kunst de vormgegeven mens.’

Hiermee raakt ze het hart van deze voorstelling: kunst is vormgeving van menselijke emoties. Hoe hooggestemd de inzet van Kouwenhoven ook is, ze verzuimt niet met banale rekwisieten te spelen. Ze brengt een zo goed als verdorde plant als een kostbaar kleinood op en vertelt over de bast die ruimte biedt aan Assepoester. Of aan zeven nieuwe blaadjes. Het kan allemaal. Onze hersenen laten deze woorden toe; ze behoren tot het domein van de verbeelding. Een van de late strijkkwartetten van Beethoven zorgt voor een ingehouden, dramatische ondertoon van de voorstelling.

Aan het slot vertolken Kouwenhoven en Prein een passage uit Kwartet van Heiner Müller. Beurtelings spelen ze Graaf de Valmont en Markiezin de Mertueil. Ze hullen zich in Chinese gewaden. Kwartet is geïnspireerd door de achttiende-eeuwse erotische briefroman Les liaisons dangereuses. Omdat de actrices beurtelings de graaf en de markiezin spelen, vormt de scène een treffend slot van de voorstelling. Het maakt geen verschil wie de erotische fantasieën uitspreekt. Het gaat om wat die woorden bij de toeschouwer teweegbrengen. Dat is belangwekkend veel.

(foto: Bert Nienhuis)