De Amerikaanse fotograaf Robert Mapplethorpe (1946-1989) was bijna obsessief bezig met hoe hij herinnerd zou worden. Met zijn oeuvre, door broer Edward in een documentaire bondig omgeschreven als ‘from flowers to fistfucking’, zocht hij zeer bewust de controverse op. Dat dertig jaar na zijn dood een overwegend welgesteld, wit publiek met een vrij hoge gemiddelde leeftijd zonder blikken of blozen zijn foto’s zou bewonderen op een prestigieus theaterfestival had hij toch niet kunnen bevroeden.

En dat is direct het heikele punt van Triptych (Eyes of One on Another). Het is een voorstelling waarin het gevaar van Mapplethorpe ontbreekt. Een van de trefwoorden die De Warme Winkel op een post-it in de repetitieruimte had hangen terwijl ze werkten aan Gesualdo was ‘HF-publiek’. Die voorstelling was een zoektocht naar hoe je gevaar kunt creëren binnen de veiligheid van een theaterruimte. Hoe je een publiek nog kunt choqueren, of op z’n minst van ongemak op de stoel kan doen schuiven.

Die zoektocht gaat Triptych nauwelijks aan. Componist Bryce Dessner (bekend van The National) en librettist Korde Arrington Tuttle hebben een muzikale ode aan het werk van de meesterprovocateur gemaakt die te veel binnen de lijntjes blijft. Tekenend is wellicht dat de meest extreme foto’s van Mapplethorpe buiten de voorstelling zijn gelaten. Een paar erecte penissen, oké, maar een vuist in een anus op een metersgroot scherm gaat blijkbaar toch te ver. Waarmee ik niet wil zeggen dat dat dan het verschil had gemaakt. Maar het wringt dat de echte radicaliteit uit de weg wordt gegaan.

Zoals de titel al aangeeft is Triptych opgedeeld in drie delen: X, Y en Z, refererend aan de X, Y en Z-portfolio’s die Mapplethorpe tussen 1978 en 1981 publiceerde. Hoewel het de foto’s uit portfolio X waren waar de Amerikaanse senator Jesse Helms in 1990 tegen ageerde in de senaat (al zwaaiend met de catalogus: ‘look at the pictures!’), is het in deel Y van de voorstelling dat de beruchte obsceniteitsrechtszaak uit 1990 centraal staat, een jaar na het overlijden van Mapplethorpe. Vooral in dit deel ontbreekt visie. Waar in andere delen het libretto gedichten bevat van onder meer Patti Smith (met wie hij een aantal jaar samenleefde), bestaat het hier voornamelijk uit stukken transcript van die rechtszaak en nummers van bewijsstukken. Maar wat zegt het over de aard van obsceniteit? De relatie tussen kunst en censuur?

Triptych is technisch hoogstaand. Toneelvullende schermen schuiven zoevend omhoog en omlaag, Mapplethorpe’s foto’s worden er haarscherp geprojecteerd. En ook de uitvoering van de muziek door vocaal ensemble Roomful of Teeth en het Asko|Schönberg is prima (al speelt die laatste een verrassend bescheiden rol). De muziek van Dessner, waarin minimalisme wordt doorspekt met gospelinvloeden, kent zeker sterke aspecten. Een goede vondst is bijvoorbeeld het atonale inzetten van het woord ‘aesthetics’, benadrukkend hoe esthetiek een rekbaar begrip is waarvan Mapplethorpe de conventies op losse schroeven zette. En tenor Isaiah Robinson maakt indruk met zijn elastische stem.

Toch wil het allemaal pas in het laatste deel een beetje tot leven komen, waarin ook meer vrijheid wordt genomen in interpretatie. Dit deel correspondeert met Mapplethorpe’s werk in de jaren 80 en portfolio Z, waarvoor hij vooral Afro-Amerikaanse mannen fotografeerde. Wat waren deze mannen voor Mapplethorpe? Gebruiksvoorwerpen? Lustobjecten? Liefde?? Al snel wordt het ook politiek gemaakt. De foto’s een aanleiding voor reflecties over ras, macht, de objectivering van het zwarte lichaam. De homorechtenbeweging wordt aangehaald, culminerend in een intense vertolking van Essex Hemphills gedicht American Wedding, waarvan de eerste strofe begint: ‘In America, / I place my ring / on your cock / where it belongs.’

Het is het sterkste deel van Triptych, en tegelijk een deel waarin Mapplethorpe lijkt te verdwijnen. De foto’s van de veelal naakte mannenlichamen worden plots een instrument voor een politiek statement waarvan maar zeer de vraag is of Mapplethorpe dat er mee wilde maken. In zijn oeuvre als geheel beschouwd lijkt het niet waarschijnlijk dat die foto’s een commentaar zijn op de fetisjering van het zwarte lichaam, eerder een omarming ervan. Zoals Mapplethorpe constant controversiële erotische fantasieën omarmde, van bondage tot homo-erotiek. Als er al een politiek statement in zijn werk schuilt, is het de bevrijding van dat soort fantasieën die gevangen worden gehouden door taboes die trachten te verhullen dat ze alomtegenwoordig zijn. Wat Triptych (onbedoeld) laat zien, is dat dat nog altijd een radicaal gegeven is waarvan mensen ongemakkelijk op hun stoelen zouden schuiven.

Foto: Baranova