‘Never break a winning formula,’ luidt het gezegde. In het geval van de Ashton Brothers bestaat die winnende formule uit Joost Spijkers, Friso van Vemde, Pepijn Gunneweg en Pim Muda. Vier muzikale theatermakers die ook in hun nieuwe show Treasures met aanstekelijk spelplezier een geslaagde mix van varieté, slapstick, muziek en acrobatiek laten zien.

In een decor van zwart-witte doeken en met zwart-witte kostuums, brengen de Ashton Brothers verschillende scènes en acts die losjes gekoppeld zijn aan het thema van de dood. Dat begint al in de eerste scène met een choreografie van doodskisten. De toon in de zaal is gezet: dit gaat een leuke avond worden. De dood is nergens zo’n vrolijk onderwerp als bij de Ashton Brothers.

Net als hun eerdere voorstellingen De tragiek van de onderman (2002), Ballyhoo! (2005) en Charlatans (2008), is Treasures een afwisselende avond vol muzikaal en fysiek theater. Er komen ‘oude bekenden’ voorbij als de pullover-mannetjes en de man die met zijn tanden een ladder beklimt, muzikanten die maar één maat spelen en wat flauwe scènes over piemels en vechtersbaasjes. En natuurlijk worden ook dit keer liedjes uitgevoerd onder fysiek uitdagende omstandigheden.

De hoogtepunten van de voorstelling zijn echter de scènes die de grap overstijgen. Zoals een luchtacrobatische act waarin een man die zijn ontlasting niet kan ophouden, met twee wc-brillen als ringen, reikt naar een rol toiletpapier. Of de act van de goochelaar waarin, door het verlies van zijn vrouw geen truc meer lukt, maar wel van overal en nergens wijnflessen vandaan komen. Of het lied dat begint als klaagzang maar eindigt in dansen op het graf van een geliefde om het leven en de liefde te vieren. Langzaam maar zeker komt ook de kleur terug in de voorstelling. Eerst in paarse bolhoedjes en een rode Digros-tas, later in groengeruite en knalrode kilts. De reïncarnatie van de goudvis zorgt ten slotte voor een schitterend eindbeeld.

Treasures maakt net iets meer ruimte voor de poëzie van het circus dan enkel entertainment. Toegegeven, het is een kleine ruimte. De hoofdmoot is en blijft de lach. Het werd inderdaad een leuke avond.

(foto: Leo van Velzen)