Een vriendenclub is het en dat is maar goed ook. De vijf mannen en één vrouw van het Canadese Flip Fabrique denderden zeven jaar geleden het internationale acrobatiekwereldje binnen met hun debuutvoorstelling Attrape-moi en sindsdien zijn ze zo’n beetje onafgebroken aan het toeren. Zo’n nomadisch bestaan wil nog wel eens een wissel trekken op de onderlinge verhoudingen. Het zeulen met koffers en kisten, het eindeloze wachten op vliegvelden, de verveling die gepaard gaat met lange busreizen. Dan ligt irritatie op de loer.

Ook de jonge Québécois ontkwamen niet aan deze wetmatigheid, maar zij wisten van hun nood een deugd te maken, simpelweg door dit gegeven als uitgangspunt te nemen voor hun nieuwe voorstelling Transit. Voor een metershoog uit flightcases opgetrokken wand halen ze hun vaak adembenemende toeren uit om vervolgens doodleuk een appeltje te gaan eten of, in het geval van het enige vrouwelijke lid van het gezelschap, even het strikje in het haar te herschikken.

Dat adembenemende kan niet letterlijk genoeg worden genomen. Nadat de vijf acrobaten bevrijd zijn van hun flightcase, waarin ze als ware slangenmensen als een menselijk kluwen zaten opgesloten, worden de eerste sprongen uitgevoerd met een werkelijk verbluffende synchroniciteit. Toch is dat slechts een opmaat voor het hetgeen komen gaat. Alsof ze even de spieren hebben willen losmaken.

Mocht je denken dat met diabolo’s en hoepels alle mogelijkheden wel zo’n beetje onderzocht en uitgevoerd waren dan heb je buiten Flip Fabrique gerekend. De ogenschijnlijk achteloze wijze waarop de performers de diabolo’s hun wil opleggen grenst aan het onwaarschijnlijke. Of ze nu metershoog de lucht in worden gegooid of met nonchalant gemak van het ene naar het andere touwtje worden overgeheveld.

Maar het hoogtepunt van Transit komt direct daarna, met de act met de hoelahoeps. Het razendsnel op alle mogelijke lichaamsdelen (heupen, benen, armen) laten ronddraaien in combinatie met een uitgekiende belichting heeft een zinsbegoochelend effect. Hier wordt een nieuwe standaard gezet.

En zo weet het gezelschap meer innovatieve toepassingen te bedenken voor het toch redelijk beperkte repertoire waarvan het circus zich vaak bedient. Het werpen met kegels en ballen bijvoorbeeld, wordt een hallucinerend schouwspel door ze te laten oplichten met gekleurde led-lampjes.

Helaas duurt Transit een kwartier te lang. Het hoge niveau van de eerste drie kwartier wordt niet volgehouden. Het touwtjespringen komt nauwelijks boven een gemiddeld schoolpleinniveau uit en ook de act met de trampoline is amper verrassend als je het werk van bijvoorbeeld het Franse Compagnie MPTA kent. Blijkbaar waren de ideeën op, getuige ook het teruggrijpen op de diabolo’s en de hoepels.

Maar dat kan de overweldigende indruk die de Canadezen hebben gemaakt niet wegnemen.

Foto: Emmanuel Burriel


Luister hier naar de podcastrecensie van Transit voor De Theaterpodcast.