Een bijna naakte man loopt door het Utrechtse centrum. Strak omwikkeld en doorsneden met prikkeldraad, dat vanaf het uiteinde tussen zijn tenen omhoog cirkelt rond zijn been en romp. Hij sleept een matras met daarop een rolkoffer achter zich aan. Als een moderne Jezus, met het matras als kruis en het prikkeldraad als doornenkroon. Een bord met daarop ‘Free For All’ moet een bezoeker meedragen.

Een stoet bevoorrechte, warm aangeklede theaterbezoekers wandelt erachteraan. Het is een even surreëel als wreed beeld. Waarom loopt die man daar? Waar gaat hij naartoe? Waarom volgen ze hem? Waarom verlost niemand hem uit zijn lijden?

Eindpunt van de stoet is het vierkant van bouwhekken dat staat opgesteld op het Lucasbolwerk. De man klimt ertegenop, springt ertegenaan, schreeuwt het uit van frustratie. Totdat hij Fort Europa binnen dringt. Of de gevangenis? Die hekken waar je ook van binnenuit weer tegenaan moet schoppen. Nog steeds heeft hij geen thuis, hoort nergens bij.

De mensen erbuiten reikt hij bordjes aan. Asie, Afrique, USA, Europe. Verwijderd, tegenover elkaar. En terwijl politieke statements over minder Marokkanen door de luidsprekers schallen, begint de thuisloze man de hekken nu van binnenuit te bevechten, om ze uiteindelijk om te laten vallen. Grenzen gooit hij om.

Transfrontalier is een werk van de Kameroense kunstenaar Zora Snake. Vertolkt door een Nederlandstalige voice-over spreekt uiteindelijk Zora zelf door de luidsprekers. Want we hebben net wel gekeken naar een man die thuisloos, vluchtend en nergens veilig lijkt. We luisteren nu naar de kunstenaar erachter, die er juist voor kiest om niet naar Europa te vluchten, maar de misstanden en corruptie in zijn thuisland te bevechten. Want wie wil er nu wonen in Europa? Een continent waar mensen in nood aan hun lot worden overgelaten. Ook in de Utrechtse straten.

Het sterke aan Transfrontalier (‘Grensoverschrijdend’) is hoe ook de grens tussen fictie en non-fictie, echt en nep wordt overschreden door de keuze om dit stuk middenin de Utrechtse binnenstad te brengen. We lopen achter de kunstenaar aan en worden, misschien wel ongewild, deelnemer en daarmee verantwoordelijke voor zijn reis. We dragen borden, iemand houdt de rol met prikkeldraad vast. We zijn aanwezig, maar doen niets. En dan lopen we ook nog dwars door het Utrechtse centrum. De straten zijn niet afgezet. Fietsers bellen, bussen toeteren. Voor die man is geen plek op straat. Het lijkt het echte leven wel.

Theater- en dansfestival Spring kiest ervoor om werk van niet-Westerse kunstenaars te tonen en biedt daarmee een voor velen nieuw perspectief op bestaande kwesties en discussies, waardoor een werk als dit wint aan relevantie en urgentie. Plots horen we standpunten die we normaal niet horen.

Wat zouden we doen als dit geen voorstelling was? Fort Europa als treurig voorbeeld beantwoordt die vraag eigenlijk al.

Foto: Gustave Akakpo