Vel over been is hij, maar Dolf Jansen is met dat iele lijf mooi wel vijftig geworden. Toen Dolf in de puberteit was, zo vertelt hij in Topvorm, stond hij vaak voor de spiegel en besloot dat hij het de rest van zijn leven met dat lijf moest gaan doen. Je lijf is de enige onvoorwaardelijke vrijheid die je hebt. Je mag ermee doen wat je wilt: volproppen, verminken met ijzeren staafjes en ringen, tatoeëren. Of je kunt, zoals Dolf, elke dag hardlopen en obsessief zorgen dat het in topvorm is en blijft.

Dolf Jansen trekt al vele jaren moeiteloos de middelgrote schouwburgzalen vol met een mix van persoonlijke belevenissen, waarnemingen en commentaar op de waan van de dag. Soms snoeihard, soms gewoon treiterend het Gesundes Volksempfinden uitventend. Aangename theateravonden zijn het altijd.

Topvorm is dat ook. ‘Best wel,’ zeggen we er dan achteraan, als we niet helemaal overtuigd zijn dat het behalve aangenaam ook nog inhoudelijk interessant is. Het is wat dunnetjes wat Dolf dit keer te melden heeft. Het lijf is het centrale thema en verder zeilt het alle kanten uit. Hij haalt zijn gelukkige jeugd in Amsterdam uit de mottenballen, scoort makkelijk met het voorlezen en becommentariëren van het brandontruimingsplan van het theater, doet een gedicht en dolt een beetje met de zaal. Wie daar zit met het verwachtingspatroon dat Dolf zich zoals altijd eens stevig opwindt over alles wat niet deugt in de wereld – munitie genoeg deze weken – komt lichtjes bedrogen uit. Zelfs Zwarte Piet komt er bekaaid van af met wat clichés.

Het is een inkoppertje met zo’n titel: het  lichaam mag in topvorm zijn, de geest lijkt dat even niet. Kan gebeuren. Midlifecrisisje?

Foto: Martin Oudshoorn