Een witte tent op het Groene Strand op Terschellings Oerol biedt plek aan een theatercollege of voorleesoptreden van Nyk de Vries. Deze binnenlocatie is wel jammer, Oerol hoort toch echt buiten te zijn. Maar gezien de powerpointpresentatie die De Vries geeft in de uitvoering Tongen is binnen wel begrijpelijk.

De Vries begint zijn optreden met te vermelden dat hij hemelsbreed gezien niet ver van deze plek is geboren, in Zwaagwesteinde in de Friese Wouden. ‘Maar nu woon ik in Amsterdam-Oost, omdat mijn vriendin daar woont’, voegt hij eraan toe. Dat is meteen aan het begin van zijn optreden en er loopt al iemand weg. Dat is vreemd, is het gebodene te particulier?

Dat is het zeker. De Vries leest enkele korte verhalen voor die hij in Malawi in Afrika schreef en laat met beelden zien waar Tongen over gaat. Ondertussen begeleidt hij zichzelf heel zacht en rustig op de gitaar, met een lied plus refrein aan het slot: ‘Een nieuw huis moet altijd beter zijn dan het oude’. Deze regel verschijnt in allerlei talen op het doek. De kern van zijn voordracht is een bijzondere ervaring: als hij in Malawi is en een kerk van de baptisten bezoekt, krijgt hij opeens sterke associaties met de protestantse kerk in Zwaagwesteinde waar zijn vader een keer, tijdens de dienst, in opstand kwam tegen de dominee. Afrika en Zwaagwesteinde lopen op die manier door elkaar, evenals de talen die bij deze landen behoren.

Dit is een boeiend en religieus gegeven, want de vele ’tongen’ die tot hem spreken in een soort droom zijn de vele talen. Ginds in het verre Malawi met zijn houten elektriciteitspalen en de zandpaden vervult de gedachte aan Zwaagwesteinde hem met heimwee naar De Vries’ inmiddels overleden ouders. Het moment dat vader zijn beheersing verloor en de dominee verweet dat in zijn kerk geen eerlijkheid heerst, moet voor de kleine Nyk traumatisch zijn geweest. Hij dook weg in de kerkbanken, zijn moeder probeerde te redden wat er te redden viel.

Het programmaboekje van Lân fan taal spreekt over een ’totaalervaring’, maar dat is wel zeer overdreven. De reden waarom De Vries naar Malawi is gegaan, blijft onduidelijk. Waarom juist naar Malawi? Om het geloof van zijn vader kwijt te raken? Soms zijn de korte verhalen, geschreven in het huis van een gastgezin, wel erg particulier. Over zijn vrouw, over hun zoon van zes aan wie vader De Vries het Fries wil leren, maar hij vraagt zich af of dat wel een goed idee is zijn zoon op te zadelen met zijn verleden.

Ondertussen speelt taal een rol in het optreden, maar niet zozeer het wezen van taal maar slechts het gegeven dat er vele talen zijn. Dat is niet écht een verrassend gegeven. Ik had graag meer willen horen van zijn gastvrouw in Afrika en hoe de talen daar zijn opgebouwd, in grammaticaal opzicht. Er is de suggestie dat tussen hem en een weduwvrouw van het gasthuis waar hij verblijft, Lois, iets van liefde begint, maar dat blijft zeer los. Het is sympathiek en vriendelijk wat de Vries doet, maar groots of virtuoos qua taal is het niet. Daartoe zou het optreden toch echt meer in de diepte moeten gaan.  Nu voert persoonlijke anekdotiek net teveel de boventoon.

Foto: Majanka Fotografie