Het Nationale Ballet bestaat dit seizoen zestig jaar. Het jubileumseizoen werd afgetrapt met een avond gewijd aan Toer van Schayk, die op vijfentachtigjarige leeftijd afscheid neemt met een nieuw werk Lucifer Studies en zijn geliefde grote ensemblewerk uit 1986, 7th Symphony. Het Balletorkest speelt in beide werken een krachtige rol, en Van Schayk tekent opnieuw zelf voor de vormgeving. De livestream was afgelopen zaterdag te zien vanuit de Nationale Opera & Ballet in Amsterdam.

Als een van de drie ‘Vans’ (Van Schayk, Rudi van Dantzig en Hans van Manen) die het gezelschap met name in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw haar wereldfaam gaven, valt Van Schayk op doordat hij vanuit de creatie als geheel werkt; niet alleen de choreografie, maar ook decor en kostuum ontstaan uit zijn brein. Voor Lucifer Studies is het een decor dat bestaat uit een symmetrische opstelling van drie rechthoekige doeken. Twee staan op de lange zijde in een punt naar achteren waar de derde, rechtopstaand en kleiner, het speelvlak afsluit. Half doorzichtig lijken ze, en ze absorberen de kleuren van het licht.

Het is een mannenuniversum dat Van Schayk schept tussen die doeken. De dansers dragen strakke korte pakken, zwart-wit, waarvan de rechtermouw bij elk een andere kleur heeft en doorloopt tot in een handschoen. Belangrijker voor het beeld: de borst blijft bloot, wat de breedte van de schouders accentueert. Die borst blijft tijdens het dansen ook vaak recht naar voren gedraaid, met het gezicht opzij en schuin naar boven gericht en de armen, of een arm, krachtig opzij. Het totaalbeeld doet daarmee haast kubistisch aan. Er lijkt een competitie gaande tussen de dansers om wie het hoogst kan vliegen. Het orkest speelt ‘Echo’s’ van componist Joep Franssen, een werk met lange, ijle tonen dat een hoog gewelf suggereert. We zijn in de hemel.

Lucifer Studies blijft weg van een keurig aaneengeregen narratief en biedt de kijker een aantal puzzelstukken die grofweg bij elkaar horen. Bij de zes dansers met hun gekleurde armen voegt zich Martin ten Kortenaar. Hij heeft twee witte armen, maar hij is geblinddoekt. Er klinkt een dreigende ondertoon in de muziek als hij Nathan Bhrane (groene arm) en Timothy van Poucke (rode arm; complementaire kleuren) apart neemt en met elk een duet danst. Hij stelt zich achter hen op, fluistert ze iets in, en zet het kracht bij met een abstracte handdruk waarbij de mannen met omhoog gehoekte ellebogen de platte handen over elkaar kruisen.

Ten Kortenaar houdt het lang spannend of hij een goede of een kwaadaardige kracht vertegenwoordigt, maar wat hij de twee ook influistert met zijn handen aan beide kanten van hun gezicht, het veroorzaakt onrust. Van Pouckes roodarmige frustratie vindt geen aansluiting meer bij de groep in het vervolg.

Het tweede werk binnen Toer is 7th Symphony, het dansstuk met twee groepen van elk tien dansers dat Van Schayk in 1986 maakte op de 7e symfonie van Beethoven en waarmee hij destijds de Choreografieprijs van de VSCD won. Het Balletorkest speelt het werk zeer levendig en met veel energieke aanzetten, wat opgeteld bij de lange en diepe rijen springende dansers zelfs door het scherm heen een fijne boost geeft aan het werk dat, ook door de massaliteit, toch wat lastiger kijkt via het scherm. Young Gyu Choi danst hier als aanstichter met haast iedereen; duetten met vrouwen, met mannen, als derde bij een koppel of als aanvoerder van een groepje. Hij investeert zijn rust en kracht in elk van de andere dansers en trekt de kijker zo het werk binnen. Een knappe prestatie.

Foto Lucifer Studies: Hans Gerritsen

In een eerdere versie van dit stuk stond dat Toer van Schayk op tachtigjarige leeftijd afscheid neemt. Hij werd deze week echter al 85.