Met behulp van negen teksten van (of geïnspireerd op) verschillende schrijvers, zang en alle mogelijke vormen van percussie bouwen Kate McIntosh en haar drie co-performers een ritueel voor ‘worlds that are ending and worlds that are coming’. Het plezier van het samen op zoek gaan naar nieuwe vormen en ideeën werkt aanstekelijk.

‘Listen to the quiet, in which new things scream into existence.’ In de eerste helft van To speak light pours out, de nieuwste voorstelling van de Nieuw-Zeelands-Belgische performancekunstenaar Kate McIntosh, neemt performer Ghyslaine Gau het woord om het publiek over polyritmiek te vertellen. In de prikkelende tekst gebruikt ze de inherente meerstemmigheid die polyritmische muziek in zich draagt als metafoor voor de samenleving: waar een monoritmische maatschappij gericht is op harmonie, normering en conformisme, biedt een polyritmische insteek ruimte voor verschil, spanning en conflict. In welke wereld willen we het liefste leven?

Het sterke aan de performance is dat alle elementen steeds ten dienste staan van de ideeën over de rijkdom van nieuwe en verschillende perspectieven. De spelers (naast McIntosh en Gau staan Arantxa Martinez en Anja Müller op de vloer) putten uit negen verschillende teksten, geschreven door of geïnspireerd op interessante feministische denkers, toneelschrijvers en dichters. Ondertussen begeleiden ze de tekst met conventionele en onconventionele vormen van percussie en zang: van drumsolo’s tot het verschuiven van de trommels over de vloer, van een a capella duet tot een langgerekte oerschreeuw. Het plezier dat de performers scheppen in hun collectieve creatiedrift werkt aanstekelijk, en nodigt het publiek uit om zich los te maken van de ‘old world’ en de onbegrensde mogelijkheden van ‘new worlds’ te omarmen.

Dat betekent echter niet dat To speak light pours out een aaneenschakeling van complexloze euforie is. Op intrigerende wijze spelen de performers en lichtontwerper Minna Tiikkainen ook met elementen van duisternis: de nieuwe stemmen waarnaar we moeten leren luisteren klinken soms ook als gegrom, en de manier waarop Tiikkainen schakelt tussen momenten van licht en schaduw onderstreept de instabiliteit en ongrijpbaarheid van de nieuwe wereld-in-wording. Ook in de teksten wordt stilgestaan bij het feit dat het geweld en antropocentrisme van de ‘oude wereld’ nog niet ten einde is, en het waakzaamheid vereist om niet in oude patronen terug te vallen.

Het interessante is echter dat de sfeer van gezamenlijkheid, tussen de spelers onderling maar ook tussen hen en het publiek, altijd intact blijft: we staan hier samen in, de dreigende passages zijn niet tegen het publiek gericht maar dienen als uitdaging voor ons allemaal. Zo wordt To speak light pours out vooral een genereuze uitnodiging tot collectief onderzoek naar hoe de nieuwe wereld eruit zou kunnen en moeten zijn. Het momentum van maatschappelijke transitie is als een woeste rivier, zegt McIntosh in de slotmonoloog: ‘we have to push off from the shore / into the middle of the river / see who is there with us / and celebrate.’

Foto: Christian Schuller