Het blad Tina is jarig, het bestaat vijftig jaar. De verjaardag was aanleiding voor Dick van den Heuvel om er met zijn Homemade Productions een musical over te maken, gericht op de lezers van het blad. Die van nu, maar ook van vroeger. 

Er zijn al musicals over tal van onderwerpen, dus over een tijdschrift, waarom niet? Terwijl niemand de jarige Donald Duck (65!) nog als materiaal heeft geclaimd, is de 15 jaar jongere Tina wel al op de planken te vinden. De Tina,  dat was modetips, foto’s van popsterren en verhalen over ontluikende liefdes, als ik me goed herinner. Mijn zussen lazen het blad, vandaar deze kennis.

Maar tijden zijn veranderd, de Tina van nu is opgetuigd rond een stoere meid die vanuit haar eigen garage het blad maakt, daarbij geholpen door vrienden Fabio en Puck. In de voorstelling is haar vader (Theun Plantinga) de enige tekenaar van het blad en moeder (Alexandra Alphenaar) schrijft de stukken, hoe simpel kan het zijn. Als uitgever Sanoma dat hoort kan de echte Tina-redactie op zoek naar ander werk. 

Van den Heuvel laat het verhaal spelen tegen de achtergrond van die redactie. Een verhaal over ontluikende liefde, uiteraard. Tina (er zijn verschillende ‘teams’ voor de kinderrollen, vanwege de arbeidstijdenwet, ik zag Gwen Berendse met een heerlijk heldere stem als Tina) wordt verliefd op koerier Bobby (lekker glad gespeeld door Ridder van Kooten) die eigenlijk popster wil worden.

Verliefdheid is nieuw voor het meisje, dus wat moet ze met die ‘kriebels in haar buik’? Vader en moeder kan ze het niet vragen, die zitten tegen een burn-out aan, opgejaagd door een hoofdredacteur die voortdurend boos is (beetje te eendimensionaal neergezet door Robin van den Heuvel), dus daarom oma maar gebeld, een prachtige rol van Annick Boer die met haar natuurlijke nonchalance de lachers op haar hand heeft. Voor haar kleindochter laat ze latin lover Julio achter op Ibiza en komt met twee grote koffers logeren om uit te leggen hoe de liefde in elkaar zit. Dat oma vroeger zangeres was, is ook lekker handig om Bobby wat aanwijzingen te geven (‘let op die vrouwtjes, jongen’).

Uiteindelijk blijkt die Bobby natuurlijk een enorme hork en ligt de ware liefde voor Tina’s neus, maar dan zijn we inmiddels een hoop scènes en thema’s verder, want er wordt nogal wat aangestipt: de midlife crisis van Tina’s ouders (‘we beginnen een snackbar en frituren je moeder’), de wat clichématige kijk van oma op de man, de concurrentiestrijd op de tijdschriftenmarkt, stress, de veranderende mode door de jaren heen, de dolle mina’s en kinderarbeid.

Het is wel veel, allemaal. Scenes zijn ultrakort en lopen soms wat geforceerd in elkaar over waarbij veel onrustig wordt geschoven met losse elementen die Eric Goossens bedacht, zoals een trap die ineens een auto blijkt te zijn en dan weer een duiventil. De muziek van Jeroen Sleyfer komt van band en moet het hebben van een stevige beat waar de zang nog weleens in verdrinkt, maar als de vierde wand aan gruzelementen gaat en we ineens de jury blijken bij de talentenshow die Bobby glansrijk wint (als enige deelnemer) doet het publiek enthousiast mee.

Tina de musical is als een kleurig blad dat je snel doorbladert voor de plaatjes, zonder werkelijk iets te lezen. De doelgroep zal zich er prima mee amuseren, voor wat meer diepgang is het wachten op een ander jubilerend tijdschrift. Vrij Nederland is over een tijdje tachtig jaar oud. Iemand? 

Foto: Andy Doornhein