Als danser werkte Jens van Dale in het verleden samen met de Canadese choreografe Ginette Laurin. Voor de viering van zijn tienjarig jubileum als choreograaf maakt hij nu samen met haar de voorstelling Tierra, een stuk voor vijf vrouwen.

Het centrum van het toneelbeeld van Tierra wordt gevormd door een cirkel op de vloer, een verweerde vloer als het ruwe oppervlak van de aarde. Daarboven hangt een grote stalen arm waaraan een lamp is bevestigd. Die constructie wordt tijdens de voorstelling regelmatig in gang gezet, waardoor de aarde beschenen wordt door zon of maan, de tijd voortschrijdt of stop gezet wordt. Het stof dat aan het begin van de voorstelling uit de losse zwiepende haren van de danseressen neerdaalt suggereert een verdere verbondenheid met de materie.

In Tierra schetsen de choreografen een allesbehalve bemoedigend beeld. De in het zwart geklede vrouwen laten een explosieve bewegingstaal zien van korte bewegingen. Frases met een veelheid aan veranderingen, eerder gedecideerd dan zoekend, tonen grote onrust. De strakke blikken van de danseressen, de drift waarmee een beweging wordt ingezet en al gauw weer afgekapt en de soms dramatische uitvallen – in schreeuwen of later in zwaarmoedige overpeinzingen – dragen bij aan het gevoel van onthechting. De vrouwen presenteren zich in krachtige solo’s, in de duetten wordt gepartnered. Als groep trekken ze slechts sporadisch op.

Twee musici creëren naast de cirkel een soundscape met slagwerk en electronica. Vanuit de geluiden en ritmes gaat spanning uit en ontstaat een dreigende atmosfeer. Ze leggen een zware deken over de dans. Jammergenoeg is de muziek vooral dwingend in de ontwikkeling van Tierra en geeft de dans – hoe zorgvuldig en subtiel deze ook is uitgewerkt – een te eenduidig beeld.

Foto: David Jonathan