Het zijn stuk voor stuk succesvolle, jonge mensen. De één is cabaretier, een ander musicalacteur, danseres, actrice, jurist of muzikant. Hoe succesvol ook, met de bovenkamer van deze twintigers is het minder florissant gesteld. Auteur Lykele Muus zet hen in De therapiegeneratie bij elkaar voor een aantal groepssessies. Het levert een opvallend lichtvoetige tragikomedie op over de tijd van nu.

Waarom zijn er zoveel twintigers depressief, in therapie of aan de anti-depressiva? Onder leiding van een wat merkwaardige psychotherapeute (Eva Marie de Waal) krijgen we een inkijkje in de geestesgesteldheid van zes van hen. Elk heeft zijn eigen psychische aandoening: van angststoornis tot anorexia. En elk van de personages is enorm bezig met zichzelf.

Wie vreest dat een stuk over psychotherapie per definitie taaie kost is, zit er naast. De therapiegeneratie wordt nergens loodzwaar. Muus schreef een lichte tekst met veel humor, die wel degelijk iets zegt over zijn tijdgenoten. De jonge auteur toont een generatie die te kampen heeft met prestatiedruk, faalangst en enorm bezig is met beeldvorming. Selfies en selfish. Want boven alles beschouwt hij zijn generatie als zelfzuchtig. Iedereen is uitsluitend met zichzelf bezig en het ego staat centraal. Ook al ben je dan ambassadeur van het Wereld Natuur Fonds.

In een stuk over groepstherapie wordt veel gepraat en kan het al snel statisch worden. Regisseur Job Gosschalk zet zijn acteurs op een draaiplateau en zorgt er dankzij een levendige regie voor dat de voorstelling geen praatstuk wordt. Die afwisseling zit niet alleen in de interactie tussen de acteurs, maar ook in de intermezzo’s tussen de groepsgesprekken.

Die tussenscènes geven sommige personages meer reliëf. Zoals de ontmoeting tussen danseres Lottie en juridisch adviseur P.D. op de dansvloer. Het lange lijf van Mira van der Lubbe en het vreemde lichaampje van Ward Kamps leveren een wonderlijk contrast, dat een grappig visueel effect heeft. De beeldgerichte regie zorgt er ook voor dat de korte scène waarin de dwangneurose van muzikant Jurre (Oscar Aerts) getoond wordt, meer zegt dan woorden.

Met het spelersensemble van Hartenjagers heeft de regisseur een fijn stel acteurs in handen, die wel raad weet met de tekst van Muus. Of het nu gaat om Daniel Cornelissen, die de cabaretier met een angststoornis speelt, Steef de Bot als ongeleide coke snuivende musicalartiest of de anorexia-actrice van Isis Cabolet. Het spelplezier straalt ervan af.

Wel is het jammer dat de schrijver hier en daar wat steekjes laat vallen. Soms doet Muus de logica geweld aan of is hij te slordig. Wat hij bijvoorbeeld over de toekenning van de Poelifinario zegt, had op juistheid gecheckt moeten worden.

Maar dat zijn bijzaken in een voorstelling die vijf kwartier onderhoudend, herkenbaar toneel oplevert. De therapiegeneratie is een sprankelend lichtvoetig stuk met een serieuze thematiek en ondertoon. Toegankelijk, actueel en grappig.

Foto: Theatercollectief Hartenjagers