Een Felliniaans gezelschap van clownesk uitgedoste personages, dat musiceert en danst, krumpt, zingt en circuskapriolen uithaalt rondom een door de wereld én zichzelf uitgekotste nihilist, gespeeld door een ontketende Sanne den Hartogh. Dat is The Underground, de multidisciplinaire voorstelling van NITE waarin regisseur Guy Weizman zichzelf overtreft in het doen samenvloeien van Den Hartoghs ziedende monoloog met de veelzijdige muziek van Asko|Schönberg en Slagwerk Den Haag, de exuberante kostuums van Maison the Faux en het ingenieuze decor van Ascon de Nijs.

Dat decor staat in De Sluisfabriek op een industrieterrein in Drachten. Want, zegt Weizman, het stuk is veel te ongepolijst en in your face om in een schouwburg te staan. Dat ongepolijste klopt niet: The Underground is van de eerste tot de laatste seconde een ingenieus gemonteerde theatershow. Het uit meerdere lagen bestaande bouwwerk van De Nijs is zodanig geconstrueerd dat er voortdurend op onverwachte plekken mensen op kunnen duiken, een gegeven waar Weizman dankbaar gebruik van maakt.

Zo maken halverwege de tweede scène de twee trommelaars, drie strijkers en de trombonist, die we tijdens de openingsscène al een warm muzikaal bed hebben horen neerleggen, hun opwachting vanuit allerlei hoeken en gaten. Maison the Faux heeft ze gestoken in nauwsluitende pakken met enorme uitstulpingen rond de heupen en schouders. Met hun rare kapjes doen ze denken aan de spermatozoïden uit Woody Allen’s Everything you always wanted to know about sex, als was het om aan te geven dat de strijd van de eenling tegen de massa al direct na de conceptie begint. Alleen is die ene zaadcel een winnaar, iets wat je van de protagonist van The Underground moeilijk kan beweren.

Schrijver Rik van den Bos heeft zich voor zijn tekst laten inspireren door Dostojveski’s Aantekeningen uit het Ondergrondse, een lange tirade van een veertigjarige kankerpit die altijd het gelijk van de buitenstaander aan zijn kant heeft. De wereld deugt niet, de mensen deugen niet, het systeem deugt niet. Maar och, wat smacht deze Will ernaar om erbij te horen, bij al die mensen die hij zegt te verafschuwen.

Natuurlijk heeft hij af en toe een punt, dit vat vol ressentiment. Als je lukraak in het rond schiet raak je altijd wel iets dat doel treft. Zo memoreert hij een eetafspraak van lang geleden waartoe hij ene Lisa heeft weten te verlokken waarbij hij fulmineert tegen de ‘fictie van het echte leven’. ‘Terwijl wij aan een vijfgangendiner zitten, spoelen er tijdens ons voorgerecht kinderen aan op onze stranden, verhongeren volkeren ten koste van onze tussengang, is er massa-slavernij om die hele tafel te kunnen dekken.’ Hij heeft het grootste gelijk van de wereld, maar de avond is verpest en Lisa verveelt zich stierlijk.

Voer voor psychologen, deze Will. Enerzijds acht hij zich superieur aan alles en iedereen, anderzijds is hij de drop-out, de loser die door iedereen wordt veracht. Een schreeuwer in de woestijn van het moderne leven.

Die gespletenheid is door Weizman verbeeld door Will een alter ego te geven, een spiegelbeeldig tweede persoon die, net als Will zelf, als een soort clown is aangekleed. Hij mag de kastanjes uit het vuur halen als Will weer eens te bescheten is om daden bij zijn woordenstroom te voegen. Dit alter ego wordt gespeeld door de Vlaming Bram De Laere, daadwerkelijk een circusartiest. Dat blijkt als hij in een ontroerende scène ineens een sublieme act op een slap koord ten beste geeft.

Want dat is de kracht van The Underground: ondanks de loodzware, cynische tekst is het vooral ook een uitbundig, kleurrijk, theatraal feest. Het mimisch talent van De Laere en Den Hartogh is groot, danseres Tatiana Matveeva blijkt als Lisa ook een heerlijke actrice te zijn.

Op twee momenten verwoordt Will zijn frustraties in dampende rocksongs (Brendan Faegre). Met name het lied met het refrein ‘Waar zijn toch die echte mensen/die nog in het donker staan/die niet passen in een format/soms ook naar de klote gaan’ heeft hitpotentie. Het zou geen slecht idee zijn om die twee liedjes razendsnel uit te brengen om extra aandacht voor The Underground te genereren. Bij de première was de tribune, zoals dat hoort, volledig bezet maar een dag later bleken maar weinig mensen de weg naar De Sluisfabriek gevonden te hebben. Dat wens je deze prachtvoorstelling niet toe.

Foto: Jelmer Buitenga