Het Noorse theatercollectief De Utvalgte verruilde een aantal jaar geleden de beslotenheid van het theater voor voorstellingen op locatie. De zwarte doos bood niet langer genoeg ruimte voor hun experimenteerdrift, waarin toepassingen van nieuwe technologieën een vooraanstaande rol speelden. Zo paste de groep als eerste ter wereld de mogelijkheden van 3D-scenografie toe in hun voorstellingen. Ondertussen hebben ze op dat gebied een naam hoog te houden en in hun speciaal voor Oerol ontwikkelde The Ship – vol. 4 maken ze die status volledig waar. De bedding waarin hun hallucinerende projecties gevat worden is echter als het losse zand waarin het publiek moet plaatsnemen en hun wild associatieve voorstelling plaatsgrijpt.

De locatie is een diepe kuil in de duinen achter Hoorn. Via een lang smal pad bereiken we die plek. Ik schat dat de hellingsgraad van de zanderige wand waarop we een plaatsje moeten veroveren zo’n 75 procent is. Dat betekent veel geglij en moeizaam gemanoeuvreer. Ook tijdens de voorstelling moet je ervoor waken niet langzaam af te glijden, in letterlijke zin. Het houdt je scherp, dat is het beste dat je erover kan zeggen.

We zien een man van middelbare leeftijd, type stoere Viking. Lang blond haar, gebruinde torso. Met een stok tekent hij twee kopvoeters in het zand: een man en een vrouw. Als de vrouw klaar is, bestijgt hij haar en neemt haar stevig. Wordt hier de liefde voor Gaia, de oermoeder, symbool van de aarde, gevisualiseerd? Bepaald fijnzinnig is de neukpartij niet maar de passie komt van beide kanten, zo lijkt het. Hij laat haar vragen (door een hogere stem op te zetten) een vinger in haar kont te steken. Wetend dat De Utvalgte bezorgd is over ontwikkelingen in de wereld en dat nadrukkelijk wil thematiseren in haar voorstellingen, zou je deze scène kunnen duiden als de verstoorde relatie tussen de mens en de natuur. Nadat hij steunend is klaargekomen wist de man de vrouw weg. Achteloos.

Dan komt er een man op. Hij vertelt dat hij gehoord heeft dat er een ondergrondse vulkaan zit in de Waddenzee, ergens tussen Terschelling en Harlingen. Een vulkaan die elk moment tot uitbarsting kan komen, mede door het frakken en het boren naar gas. Aha, daar is dat menselijke ingrijpen in de natuur weer. Stel je voor, spreekt hij ons toe, wat archeologen over 2000 jaar zouden aantreffen. Een paar honderd mensen bij een duinkuil met hem ervoor. Wat zou dit geweest kunnen zijn? Een eredienst die hij als hogepriester leidde?

Later verschijnt er een vrouw uit de duinen, met een witte jurk vol bloedspatten. Ze is Zuid-Afrika ontvlucht en lijkt danig getraumatiseerd. Onze stoere Viking wil met haar een gezinnetje stichten maar ondertussen graaft hij verder aan een diepe put. Ondertussen graast er een geit kalm aan het helmgras. De draad, voor zover zichtbaar, is dan al lang zoek. Deels door de tamelijk moeilijk verstaanbare teksten begin je je steeds vertwijfelder af te vragen waar je in Gaia’s naam naar zit te kijken.

Totdat de slapende vulkaan wakker wordt. De wraak van de natuur. Nooit eerder werd ik zo overrompeld door de visuele kracht van 3D-projectie. Het speelt zich pal voor je ogen af, je weet dat het techniek is maar je ziet daadwerkelijk een vulkaan die tot leven komt. Gigantische rivieren van dikke lava stromen de duinpan in. Eerst als klein stroompje, later uitdijend tot een woest kolkende massa. Die steeds dichterbij komt. Angstaanjagend levensecht.
Deze overrompelende beelden zijn bij lange na niet genoeg om de voorstelling te redden, die is daarvoor veel te onsamenhangend, te associatief. Maar ze beklijven als geen andere.

Foto: Moon Saris