Het Opera Forward Festival 2019 is een ongeëvenaard succes. Girls of the Golden West van John Adams en Peter Sellars is een revolutionair meesterwerk, al heeft het zijn definitieve vorm misschien nog niet gevonden. Een overrompelende theaterbelevenis is de nieuwe opera van Micha Hamel Caruso a Cuba. Fin de partie van György Kurtág naar het absurdistische stuk van Samuel Beckett is in de regie van Pierre Audi een beeldschoon schouwspel en onder de directie van Markus Stenz een even klankschoon muziekwerk. Niet zo erg dat de laatste voorstelling van het festival, The Second Violinist van de Irish National Opera, mij althans enigszins tegenviel.

Martin (acteur Aaron Monaghan) is een tweede violist die er mee uitscheidt, wegloopt uit het orkest, niet meer naar de repetities gaat, zijn telefoon niet beantwoordt en door de stad zwerft met zijn viool. In zijn appartement treft hij een getrouwd koppel, Amy (mezzosopraan Sharon Carty) en Matthew (bariton Benedict Nelson), dat bezoek krijgt van Hannah (sopraan Daire Halpin). Hannah en Amy zijn jeugdvriendinnen en halen herinneringen op, waarin wandelen, je kleren uitdoen en verliefdheden een rol spelen. Matthew doodt de beide vrouwen uit jaloezie als ze samen op bed liggen. Hij zou heel goed de alter ego van violist Martin kunnen zijn.

Zoiets staat er in de ene toelichting (in de andere per se niet), maar je ziet het eigenlijk niet. Martin is een dunne, snel bewegende acteur, die voortdurend in de weer is met zijn viool; Matthew is een forse en tamelijk slome bariton, die je alleen op een foto in het blad Odeon met een viool ziet. Als Matthew een moordenaar en ook violist Martin is, dan verklaart dat de fascinatie van Martin voor de componist Carlo Gesualdo (1566-1613) die hemelse muziek schreef, maar ook zijn echtgenote en haar minnaar pardoes vermoordde toen hij ze samen in bed aantrof. Muzikaal hoor ik geen affiniteit van Martin (die in deze opera niet zingt en geen viool speelt) met Gesualdo, hij noemt alleen af en toe zijn naam.

Het is behoorlijk verwarrend. Je kunt het libretto van Enda Walsh ook anders zien. Martin bevindt zich in een geestelijke crisis en beeldt zich in zijn woonkamer van alles in, hij ziet spoken, misschien herinneringsbeelden, roept vrouwengestalten op die met hem appen en beelden van een gewelddadig videospel, groot geprojecteerd op het achterdoek.

Dan valt ook de muziek van componist Donnacha Dennehy met veel lawaai, gedonder en niet altijd even originele wendingen veel meer op zijn plaats. Je kunt het zien als geheimen die langzaam onthuld worden. Als een dreiging die op het einde tot een climax komt als Matthew zijn app-vriendinnetje Scarlett (actrice Kimani Arthur) in een donker maar gestileerd bos ontmoet.

Toch kon het geheel mij niet overtuigen, daarvoor valt het te veel in allerlei delen uiteen, die vervolgens weer door elkaar zijn gevlochten. Decor (Jamie Vartan) en kostuums (Joan O’Clery) zijn niet altijd even mooi en soms tamelijk banaal, maar dat kan heel goed de bedoeling zijn. De enorm grote projecties op de achterwand (video: Jack Phelan) daarentegen zijn steeds spannend en soms oogverblindend, bijvoorbeeld de natuuropnamen en een spreeuwenvlucht.

Centraal staat het orkest, soms zelfs hinderlijk, eromheen zijn hoekjes met wat stoelen en een bed. Het gestileerde bos bevindt zich op een verhoging. Dat orkest, het Crash Ensemble van Donnacha Dennehy doet onder invallend dirigent Killian Farrell (Ryan McAdams gaf er de brui aan vanwege ‘familieomstandigheden’) zijn uiterste best er iets van te maken. Dat het mij niet helemaal kan overtuigen, kunnen zij niet helpen.

Foto: Tonnie van Gessel