‘Ik hou niet van de wereld van vrouwen die mannen haten.’ In haar wijde zwarte jurk met op de borst een rode A en een open rug, waardoor de wonden van heftige folteringen zichtbaar zijn, spuwt de Spaanse furie Angélica Liddell haar compromisloze kunstenaarspamflet de wereld in. Ze haat conformisme, ze haat alles wat riekt naar politieke correctheid en iedereen mag, nee iedereen móet dat weten.

Omringd en ondersteund door tien naakte mannen voert ze haar bezweringsrituelen uit. Of is het eigenlijk een offer, de ultieme boetedoening van de vrouw? Want het is natuurlijk de waarheid: de hoerige en manipulatieve (oudere) vrouw heeft onze samenleving tot op het bot gecorrumpeerd. Liddell brengt haar controversiële ideeën met een indrukwekkende dosis overgave en ironie over het voetlicht. Opvattingen die in het huidige, bijna overdreven moralistische maatschappelijke debat op zijn minst verfrissend en misschien ook wel broodnodig te noemen zijn.

Inspiratiebron voor deze gepassioneerde voorstelling vormde het gelijknamige boek van Nathaniël Hawthorne uit 1850. Hoofdpersoon Hester, wier man al jarenlang afwezig is, krijgt een kind uit een geheime verhouding en wordt veroordeeld wegens overspel. Ze moet levenslang een rode de letter A van Adultry op haar kleren dragen en wordt uit de gemeenschap verbannen. Ze blijft echter doopjurken en lijkwades borduren en is daardoor toch onmisbaar voor diezelfde samenleving.

In de loop der jaren raakt ze overtuigd van de scheppende kracht van zonde en wordt haar rode A een soort vrijheidssymbool, een geuzennaam. Wanneer de predikant Arthus Dimmesdale, na jaren vol wroeging te hebben gezwegen, dood neervalt, blijkt hij eenzelfde A in de huid op zijn hart te hebben gekerfd. Dit verhaal zet Liddell naar haar hand om het publiek te laten inzien hoe ideologie en moraliteit ons verlamt en alle kracht van passie en lust in de kiem smoort.

De controversiële kunstenares is bepaald niet van de subtiele gebaren. Met imposante belichting en theaterdoeken, soms bizarre decorstukken (zoals een Maria met een pokdalig kindje Jesus of een bal met daarin een babyhoofd), intense, opzwepende muziek en haar ploeg gespierde mannen, gooit ze een enorme bak multi-interpretabele beelden op het toneel. Het is ook een grote stroom aan Rooms-Katholieke rituelen en symbolen, lastig te duiden of als oprecht choquerend te ervaren voor iemand die daarmee geen verbinding heeft.

De mannen lopen en dansen in priestergewaden met puntmutsen, knielen als boetvaardige zondaars of zwaaien woest met zware houten altaars. Hun naaktheid is niet seksueel of opwindend, afgezien van de enige zwarte man van het gezelschap, die soms het verwarde innerlijke leven van Hester lijkt te verbeelden maar ook enkele scènes als een woest en wellustig beest tekeergaat. Waar ze haar pijlen in de rest van de voorstelling vooral richt op thema’s als #MeToo en vrouwenemancipatie, levert Liddell hiermee (nogal evident) commentaar op discussies over neokolonialisme en verborgen discriminatie. Op dit soort momenten ligt het er allemaal wel erg dik bovenop en is The Scarlet Letter wat al te nadrukkelijk pamflettistisch.

Ook duurt de voorstelling een dikke twintig minuten te lang; herhaling van inhoud in steeds weer een nieuwe vorm verveelt op den duur. Maar The Scarlet Letter is het grootste deel van de tijd een briljant compromisloos, ironisch, humoristisch en intens levenslustig pleidooi voor buitensporige passie en de kracht van individuele expressie, hoe smerig of verwrongen die ook moge zijn. Een welkom en bevrijdend geluid en een scherpe blik op onze hypocrisie nu moralisme op zoveel vlakken hoogtij viert.

Foto: Bruno Simao