De verhaspelde woorden die van de door rode tape strakgetrokken lippen van performer Yoko Ando rollen, lijken met haar accent soms een slip of the tongue. Maar het tegendeel is het geval, trefzeker stort zij haar taalspel uit over het toneel met hilarische vondsten.

Hoe choreograaf William Forsythe daarnaast met pop-art, pingpongballen en piraten korte metten maakt met de kunstwereld in een rollercoaster van indrukken, is messcherp en doordacht. Ook de danswereld ontkomt niet aan het vernietigende oordeel dat hij velt in The returns waarin de tule van een tutu is vervangen door een rokje van stralend witte wc-borstels.

De black box die in de Zuiveringshal van het Westergasterrein is geplaatst, is omgetoverd tot een white cube, al is er van de witte muren nog maar weinig te zien. De wanden en vloer zijn volgeplakt en volgestouwd, soms wordt er gedanst, in een duet of voor de spiegel.  Door die chaos leidt Yoko Ando de toeschouwers, al raakt zij zelf uiteindelijk ook in verwarring als er plots een kopie van haarzelf in omloop is. De opening in de achterwand van de white cube biedt de toeschouwers vergezichten, de uit duizenden herkenbare dans van Forsythe of een schouwspel van piraten dat eindigt in een battle. Want in The returns mag iedereen zijn kunstje laten zien. En terwijl men bezig is met  schoonheid en geld, rollen gedurende de voorstelling gedachten uit de printer.

Forsythe geeft weinig gelegenheid om je te vergapen aan de inventieve en geestige kostuums die later in hoog tempo als een modeshow voorbijkomen. Het op de wereld zetten van een kind, een danser die letterlijk wordt rondgestuiterd over de vloer. De entertainmentmachine moet constant worden gevoed, niemand en niets ontziend, laat Forsythe ons zien, zonder daar moraliserend in op te treden.

Met die overvloed aan indrukken refereert hij wellicht ook aan zijn eigen hoogtijdagen waarin hij bij Ballet Frankfurt contractueel verplicht werd om meer avondvullende producties per jaar op de planken te brengen dan hij vanuit zijn artistieke visie voor mogelijk hield. Daarmee is The returns misschien ook een waarschuwing om niet te verdrinken in de verleidingen van de kunst. Forsythe richt zijn pijlen op de vercommercialisering van de kunstwereld en maakt tegelijkertijd een schets van onze tijd waarin de aanbidding van de beeldcultuur, schoonheidscultus en de oppervlakkigheid zegeviert en geen ruimte meer is voor een langere artistieke adem. ‘Art-I-choke’ betekent in The returns meer dan een woordspeling.

Foto: Dominik Mentzos