Op een metershoog bord staan de tien titels van de programmaonderdelen gekladderd. Na de eerste twee uiterst melige, uiterst matige stukken zijn we al een half uur op weg. De angstige gedachte dringt zich op dat The Return of the Comeback wel eens een hele lange avond kan worden. Gelukkig worden de volgende nummers wat sneller afgewerkt.

Het Nederlandse cabaret heeft de afgelopen decennia een enorme kwaliteitsimpuls gekregen door de Absurdistische Vlaamse Golf, met namen als Wim Helsen, Wouter Deprez, Alex Agnew, Gino Sancti, Pieter Verelst en oudgedienden als De Nieuwe Snaar, Urbanus en De Frivole Framboos. Er is een tijd geweest dat de grote cabaretfestivals probleemloos werden gewonnen door deelnemers uit Vlaanderen. Menig Nederlands cabaretier is door die stijl met de meest krankzinnige gedachtenkronkels geïnspireerd.

Op dat Vlaamse namenlijstje is er een ereplekje voor cartoonist en podiumartiest Kamagurka (Luc Zeebroek), al dan niet in samenwerking met Herr Seele (Peter van Heirseele). Het tweetal is al veertig jaar bevriend en zij hebben op papier en op tv al menig geweldig werk afgeleverd. Op de cartoonist Kamagurka (dagelijks in de NRC) zit nog steeds geen greintje slijtage. Dat kunnen we helaas van de podiumartiest Kamagurka niet zeggen. Het is zeventien jaar geleden dat hij met Herr Seele op het podium stond. Het zal voor veel fans een geluksmoment zijn om ze weer eens in levende lijve te aanschouwen, maar als we kritisch naar het programma kijken is er niet al te veel om enthousiast over te zijn.

Er is te veel geleund op de gedachte dat als je maar constant de wetten van de logica doorbreekt, het ook meteen leuk is. Sommige stukken, zoals de opkomst van een Peruviaanse panfluitgroep door Herr Seele in zijn eentje, oogt als een spitse, zeer grappige cartoon. De scène is na een minuut afgelopen en dit topstuk blijft daardoor direct in het geheugen hangen. Maar veel scènes hebben een aardige opening, om daarna eindeloos geforceerd absurd door te emmeren. En als ze om de haverklap uitdrukkingen als ‘met de deur in huis vallen’, ‘het verband zien’ of ‘schouders ophalen’ letterlijk gaan uitbeelden, komen ze wel in een heel bedenkelijk, gemakzuchtig theatersegment terecht.

Absurdisme blijft een geweldig genre, maar de manier waarop Kamagurka en Herr Seele het in dit ‘Bonte Avond met de verkleedkist-programma’ presenteren is, op een paar briljantjes na, toch vooral oubollig en ver voorbij de houdbaarheidsdatum. Dan is absurdisme opeens heel voorspelbaar geworden.

Foto: Wouter Van Vooren