Een lange, slungelige vrouw rent rondjes over de enorme speelvloer van Podium Mozaïek in Amsterdam, begeleid door nare, penetrante klanken. Als van een alarm, of van een magnetron die klaar is met het bereiden van een maaltijd. Lange tijd zwijgt ze. We horen alleen haar gehijg. Losgemaakt van haar lichaam, uit een speaker die boven haar hoofd hangt, via de microfoon die ze draagt. ‘I hate running’, zegt ze ten langen leste. Toch rent ze door.

In The Resilience of the Body onderzoekt de Egyptische performer Shaymaa Shoukry hoe het menselijk lichaam reageert op een omgeving vol geweld, censuur en andere beperkingen. Het is haar eigen omgeving: Egyptenaren kunnen bijvoorbeeld niet langer vrij reizen naar Syrië of Irak, Irakezen en Syriërs niet langer naar Egypte, zoals zij eeuwenlang gewoon waren te doen. Laat staan naar Europa. The Resilience of the Body opende vrijdag een double bill met Portray, een andere choreografie van Shoukry, uitgevoerd door Noura Seif.

Het was tevens de tweede, Amsterdamse opening van Dancing on the Edge, na de eerste afgelopen woensdag, in het Haagse Korzo Theater. Dancing on the Edge is een tweejaarlijks festival dat performers uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika presenteert in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, en hen in die steden ook laat samenwerken met Nederlandse makers en ensembles, via residencies en coproducties. Op het programma staan verder installaties, nagesprekken, uitwisselingen en workshops.

Met minimale middelen – de vorige editie in 2015 had een budget van drie ton – weet artistiek leider Natasja van ’t Westende steeds een bruisend programma te creëren, dat ook veel Nederlanders en nog-niet-Nederlandse migranten met Arabische wortels aantrekt. Voor dit jaar zette zij in op meer vrouwelijke performers. Dat was niet eenvoudig, vertelde choreograaf Ferie de Geus, lid van de programmeringsraad van het festival. ‘Het merendeel van de aanmelders die bij ons wilden spelen, was man.’

Toch lukte dat, ondanks het onverwachte overlijden van de jonge Libanese kunstenares Mariam Hammoud – vlak voordat zij op Dancing on the Edge zou optreden, stierf zij in haar slaap. Van ’t Westende herdacht haar tijdens haar openingsspeech door het publiek te vragen een moment stilte in acht te nemen. Performers uit landen als Libanon, Egypte en Syrië werken in onmogelijke omstandigheden.

‘Er zijn geen opleidingen, geen oefenruimtes, geen financiële middelen en nauwelijks speelplaatsen’, zei De Geus. ‘Wel voor muziek, maar niet voor dans en beweging’ – en op die laatste categorie ligt nog altijd de nadruk in het programma van Dancing on the Edge, al probeert Van ’t Westende wel te verbreden naar meer theatrale shows. Voor vrouwelijke performers weegt het gebrek aan infrastructuur nog zwaarder.

‘It drives me crazy here’, zegt Sarah uit Jordanië in het festivalmagazine. ‘I feel alone. I feel like I am the only one doing this and people think I’m mad.’ Het gemis aan een voedingsbodem heeft natuurlijk gevolgen voor de kwaliteit van hun werk – en dan moest Van ’t Westende ook nog improviseren door het plotselinge overlijden van Hammoud.

Shaymaa Shoukry heeft een innemende, jongensachtige podium-présence. Wat ze wil vertellen met The Resilience of the Body is hoe haar lichaam zich energiek blijft verzetten tegen alle tegenwerking van buitenaf en hogerhand. Af en toe met tekst en uitleg: ‘I run to express my opinion.’ Maar rondjes rennen, van begin tot eind, enkel begeleid door indringende alarmgeluiden en haar sporadische teksten, is wel een wat magere invulling van die boodschap.

In Portray is meer te zien en te beleven. Deze voorstelling beperkt zich echter tot pure, ietwat abstracte dansthema’s: ‘Inner movement, repetition, transformation and the action of shaking.’ Seif geeft daar bekwaam invulling aan, maar hier missen we de politieke lading van The Resilience of the Body.

Dat neemt allemaal niet weg dat Dancing on the Edge ons een zeldzame kijk biedt in de keuken van de Arabische performing arts. En gezien de gemiddelde opkomst bij de voorstellingen en het randprogramma is daar een gezonde belangstelling voor in Nederland.

Foto Portray: Jelle IJntema