Ze zijn er altijd geweest, prostituees, door de eeuwen heen en in alle landen; ze heten hooker, geisha, escort, hoer, whoreputain, courtisane, lichtekooi. Op de Wallen in Amsterdam zijn ze extreem zichtbaar in roodverlichte raampartijen, hoog op een kruk. In de voorstelling The Red Box van regisseur en tekstschrijver Carmen Toledo treden vier actrices op die het verhaal vertellen van prostitutie door de eeuwen heen.

Het eerste idee van deze Engelstalige voorstelling gaat terug naar december 2019. In de regie en op tekst van Toledo vertolkte Grainne Delaney een prostituee die in haar shop window wacht op een cliënt. Wat denkt ze? Hoe is het om zo bekeken te worden?

De eerste voorstelling, gespeeld op 28 en 29 februari 2020, was een soloperformance door Delaney. Zij speelde meer dan alleen een vrouw op de Wallen, ze vertolkte vooral de prostituee in de klassieke oudheid, met name de beroemde heteare Lais van Korinthe, die naar verluidt een hoge prijs vroeg voor haar gunsten. Ze deelde haar lichaam met Diogenes en andere vooraanstaande filosofen. Maar voor alles was de hateare, een eufemisme voor courtisane, een gecultiveerde gezelschapsdame die symposia verlevendigde.

Ook nu speelt Delany deze historische vrouw, als vierde in een reeks van monologen. Ook Claribel Rodríquez Castillo, Delphine Ural en Silvia Terribili keren terug in de geschiedenis van de prostitutie, in diverse eeuwen en diverse werelddelen. Zo luisteren we naar het verhaal van de Mexicaanse María Ignacia, naar Valeria Messalina (de derde vrouw van de Romeinse keizer Claudius) en naar de Parijse courtisane Ninon de Lenclos. De laatste was beroemd vanwege haar libertijnse levensstijl en Valeria Messalina is misschien wel de meest overspelige vrouw ter wereld.

Hoewel de historie van deze vier boegbeelden van de prostitutie van belang is, en beslist interessant (hun levens staan uitvoerig beschreven op de site van The Red Box Projects) gaat het om de uitvoering die plaatsvindt in Mike’s Badhuistheater aan het Amsterdamse Boerhaaveplein, een ideale entourage voor deze intieme bekentenissen. Het is knap hoe de vier actrices moeiteloos met hun historische personages en hun teksten omgaan, slechts gebruik makend van een enkel attribuut als een omslagdoek, pruik, een sluier, een zijden sjaal of een zwarte kous, een zweepje.

Voor alles spreekt trots uit de teksten, maar ook verwondering. Hoe kan het dat mannen die hun heil zoeken in de prostitutie in het geheel geen belangstelling tonen wie deze vrouwen zijn, ofwel: ‘It doesn’t matter who really I am… they never ask!’ De voorstelling begint met een vierspraak door de dames, waarbij ze telkens een kwartslag draaien. Ze verhalen over de moeilijkheden die ze ondervinden in de Amsterdamse raamprostitutie en dat zij altijd als eerste weg moeten als een buurt wordt opgewaardeerd (gentrificatie). Zij worden naar kille stadsranden verjaagd waar ze wellicht niet langer hun beroep in de rode kamertjes kunnen uitoefenen. En ze zijn trots op hun beroep en op hun lichaam, uiteindelijk bepalen zij de spelregels in het rosse kamertje.

Regisseur en schrijver Carmen Toledo maakt van The Red Box met de spelers een actuele voorstelling die over veel meer gaat dan prostitutie, ook over #MeToo en over de positie van de vrouw. Maar het is ook een fraai toonbeeld van hoe te acteren, elke actrice speelt een andere tijd en een ander nationaliteit: Grieks, Mexicaans, Frans, Romeins.

Vooral de paradox van de prostituee als onmisbare vrouw in elke samenleving én het hedendaags dedain dat zij ondervindt, zorgt voor een boeiende dramatische lijn. De soberheid van het toneelbeeld accentueert de vaak geïsoleerde positie van de vrouwen: ze hebben niets anders dan een vierkant stuk rood tapijt, die hoge kille kruk en dat zoet verlichte kamertje – en daar komen dan de mannen die zich niet voor hen interesseren. En toch van alles wensen. Deze reis door de geschiedenis is ook een belangrijke verdediging van de prostitutie.

Foto: Tatjana Todorovic