Na een korte worsteling rukt Donald Trump Hillary Clinton een grote opgeblazen wereldbol uit de handen en houdt hem triomfantelijk boven zijn hoofd. Even later zien we het gehele koor met Trump-maskers een showdansje doen. Het is de enige directe verwijzing naar de 49e president van de Verenigde Staten – journalist en politiek commentator David Ignatius schreef het libretto voordat Trump de verkiezingen won. Trump en Clinton zijn slechts twee van de vele historische personages, dood en nog levend, die de propvolle nieuwe opera The New Prince van Mohammed Fairouz tot een doldwaze achtbaan maken.

Wanneer de opera begint, strompelt Niccolò Machiavelli (een mooie rol van Joshua Hopkins) de gevangenis van Florence uit. Vanaf de muren wordt hij beschimpt door de Florentijnen die hem vanaf de stadsmuren van verraad en het verkondigen van valse waarheden beschuldigen. Wanneer hij zijn ogen weer opent, is het vijfhonderd jaar later: 2032. Machiavelli bevindt zich in New York, een van de hoofdsteden van het wereldrijk Amerasiopia. Zijn muze Fortuna (Karin Strobos, die jammer genoeg een te kleine rol heeft) blijkt hier een gehaaide uitgever, die hem uitdaagt een nieuwe versie van Il Principe te schrijven, maar dan wel een met namen die de huidige lezers wat zeggen. Daarbij zal Henry Kissinger (met een perfecte mengeling van zelfingenomenheid en minachting gezongen en gespeeld door Marc Kudisch) hem helpen, als ‘ghostwriter for a ghost’. Samen zullen zij president Wu Virtu (Simon Lim) van raad voorzien.

In elk van de drie volgende bedrijven wordt een les uit The New Prince als in een revue geïllustreerd voor Wu Virtu, die deze chips etend in afwisselend linker- en rechterloge tot zich neemt. Van Hitler en Mao tot de opstand op het Tahirplein, van Alexander Hamilton en zijn affaire met Maria Reynolds tot de Clintons en Monica Lewinsky, van de aanslag op de Twin Towers door Osama bin Laden tot het waterboarden in opdracht van Dick Chaney.

Het mag echter niet baten en aan het eind van de opera komt het volk in opstand tegen Wu Virtu. Deze offert in de voorlaatste scène Machiavelli op aan de woedende menigte, waarna het volk de leider bezingt. Kissinger doet daarbij geen pogingen Machiavelli te redden, integendeel, hij bekommert zich meer om Wu Virtu. In de epiloog ontwaakt Machiavelli weer en beseft dat namen vergeten zullen worden, maar zijn werk altijd blijft bestaan en trekt zich terug in zijn werkkamer.

De dubbelingen en spiegeleffecten in het libretto zijn overduidelijk, maar waar met name John Adams van grote historische momenten aangrijpende opera’s als Nixon in China, The death of Klinghoffer en Doctor Atomic weet te maken waarin personages echt tot leven komen, is alles en iedereen in The New Prince karikaturaal illustratiemateriaal. Tegelijkertijd is The New Prince een variant op Goethes Faust, met Kissinger in de rol van Mefisto, maar ook hierbij maken de hoofdrolspelers (Machicavelli, Wu Virtu,  Kissinger en Fortuna) nauwelijks een ontwikkeling door. Dit alles resulteert een politieke ideeënopera zonder echt drama, die heel behendig laat zien hoe de geschiedenis zich keer op keer herhaalt, maar niets meer doet dan dat.

Ook de muziek van Mohammed Fairouz is vooral zeer behendig, waarbij Fairouz gemakkelijk schakelt tussen neo-romantiek, Arabische klanken en flarden Ligeti en Rihms, maar ook luidruchtig voorspelbaar waarbij het ene muzikale cliché over de andere buitelt in pulserende ritmes. Zelfs een al te gemakkelijk letterlijk citaat uit Samuel Wards ‘America, the Beautiful’ ontbreekt niet.

Ook de glasheldere regie Lotte de Beer en kostuums en decor van ontwerpersduo Clement & Sanôu laten vrijwel niets aan de verbeelding over en vergroten waar mogelijk alle dubbelingen nog eens extra uit. Het lijkt onwaarschijnlijk in een opera die constant tussen verschillende tijdslagen schakelt, niet zelden in een scène, maar zelden zo’n hyperrealistische enscenering gezien. Alle historische personages zien er daadwerkelijk zo uit, compleet met de juiste rekwisieten. Van de ganzenveren waarmee de bekentenis van Hamilton wordt opgetekend, tot de camera’s die Monica Lewinsky hijgerig omringen wanneer zij Bill Clintons sigaar toont. Doordat er ook nog eens vele dubbelrollen zijn, zo is Paulo Szot Alexander Hamilton, Bill Clinton én Dick Cheney, is het verbluffend hoe soepeltjes én razendsnel alle kostuum- en scènewisselingen verlopen.

Door de enorme vaart wordt urgentie gesuggereerd, maar deze productie is net zo uitleggerig als de meest gelikte Broadway show. Geen ‘show don’t tell’, maar een les uit Il Principe eerst voorlezen, die meteen met niet één maar twee historische voorbeelden illustreren, dan de conclusie nog eens herhalen én dat alles zo natuurgetrouw in beeld. Bloedstollend, aanrijpend of intrigerend is het daardoor geen moment, wel spectaculair.

Foto: Marco Borggreve