In 1996 had Theo van Gogh het Britse kunstenaarsduo Gilbert & George, wier controversiële foto-expositie The Naked Shit Pictures op dat moment in het Stedelijk Museum stond, op bezoek in zijn interviewprogramma Een prettig gesprek. Het werd een wijdlopig onderhoud over de waarde van kunst, tolerantie, religie en provocatie. Componist Huba de Graaff gebruikte de integrale tekst als libretto voor haar nieuwe opera, wat een weerbarstig, politiek uitdagend pamflet oplevert.

Niet een, maar twee makers op het Holland Festival hanteren een mengvorm van documentaire en opera. Waar Thomas Bellinck in Easy as ABC #2: Keep Calm and Validate persoonlijke gesprekken met Frontex-medewerkers naar muziektheatervorm omzette, doet Huba de Graaff dat dus met een bestaand interview van twintig jaar geleden. In beide gevallen levert dat een spannende deconstructie van de tekst op, die extra lagen krijgt vanwege het feit dat hij gezongen wordt. Er is echter een belangrijk verschil: waar Bellinck duidelijk kritisch tegenover zijn materiaal stond, lijkt het alsof De Graaff de uitspraken van Gilbert & George juist als heilige schrift wil overbrengen.

Dit zit hem deels in het feit dat de zangpartijen van de heren (vertolkt door de broers Nigel en Christopher Robson) steeds meer worden versterkt en overgenomen door een koor, en deels in de regie van Marien Jongewaard, die een geweldig spelende Xander van Vledder als Theo van Gogh zichtbaar in verwarring laat raken door wat hij te horen krijgt. Ondertussen tonen Gilbert & George op geen enkel moment enige twijfel over hetgeen ze te melden hebben, en ook vanwege de opbouw van de muziek, die naar een exuberant crescendo toewerkt, wordt de voorstelling een ode aan het gedachtengoed van het kunstenaarsduo.

Dat levert een interessante spanning op. De ideeën die gepropageerd worden zijn namelijk nogal gedateerd: een mengelmoes tussen conservatief libertarisme en radicale verdraagzaamheid die evenveel zegt over de niet-erkende privileges van het well-to-do kunstenaarsduo als over de meer onschuldige tijd waarin hun intellectuele overtuigingen ontstonden. Vooral het pleidooi voor kleurenblindheid ten opzichte van ras en de generaliserende opmerkingen over ‘de islam’ op basis van gesprekken met moslimvrienden zijn in het huidige tijdsgewricht nogal problematisch.

Vanwege de misplaatste nostalgie naar simpelere tijden wordt The Naked Shit Songs een voorstelling waarmee je als toeschouwer een boeiende dialectiek kan aangaan, die geheel in de lijn ligt van de inherente contradicties van Gilbert & George zelf. De kracht van The Naked Shit Pictures komt grotendeels voort uit het feit dat ze eruit zien als gentlemen, maar in hun afbeeldingen alle taboes rond het menselijk lichaam doorbreken – een artistieke strategie die in het stuk zelf wordt gerepresenteerd door enkele gekke dansjes die de klassiek geklede heren maken. Het feit dat de kunstenaars ieder persoonlijk privilege resoluut afwijzen (‘we’re not famous’, ‘we don’t have much money’, ‘we live in a working class neighbourhood, it isn’t possible to be lower class than us’) sluit perfect aan bij hun zorgvuldig geconstrueerde zelfbeeld als democratische kunstenaars, die kunst voor iedereen maken.

‘Goede kunst moet provoceren’, zeggen Gilbert & George op een gegeven moment. In dit opzicht slaagt The Naked Shit Songs zeker. De titel is een beetje vreemd gekozen – het is immers een theatralisering van een interview, niet van de expositie met de vergelijkbare naam – maar de hagiografische insteek die De Graaff hanteert irriteert dusdanig dat de voorstelling allerlei interessante vragen oproept over de verhouding tussen kunstenaarschap en politiek engagement, over de contextgebondenheid van politieke ideeën en over de oorsprong van het hardnekkige sentiment dat ‘vroeger alles beter was’, dat zich net zo goed van de linker- als van de rechterzijde van het politiek spectrum meester kan maken.

Foto: Bowie Verschuren