Mooi idee: neem een choreografie waarin groepen vrouwen en mannen duidelijk onderscheiden rollen hebben en voer het twee keer uit, met omgedraaide rollen. Dat is wat het Nederlands Dans Theater voor het Holland Dance Festival heeft gedaan met The Hole, een stuk dat Ohad Naharin maakte voor zijn Batsheva Dance Company. Een zeldzame gelegenheid om hetzelfde stuk kort achter elkaar twee keer te zien, maar dan heel anders. Reden genoeg om twee kaartjes kopen.

De dansvloer is een achthoek. De dansers sluipen langs de randen en stoppen, liggend op hun zij, steeds op ooghoogte van het publiek dat daar direct omheen zit. Het podium is voor het ene geslacht, het andere staat voor de muren van de achthoekige ruimte, als beelden die ook kunnen bewegen. Het publiek is dus gesandwicht tussen mannelijke en vrouwelijke dansers. Zo’n directe fysieke ervaring heb je bij het NDT maar zelden.

Met acht vrouwen en acht mannen, gedanst op een achthoek in een achthoekige ruimte, krijg je het classicisme in je schoot geworpen. Naharins choreografie buit het volop uit, met veel synchrone passages, sterke beelden en een mooie belichting.

Lang zijn de rollen voor de geslachten strikt gescheiden, tot ze elkaar op een onverwachte manier vinden. Het is onvermijdelijk. Uiteindelijk komt er zelfs een weerbarstig paradijs met knaleffect. Alles vertellen zou jammer zijn, de mensen die nog gaan kijken gun ik graag de verrassing.

Naharin buit de tegenstelling tussen collectief en individu sterk uit, juist door spaarzaam gebruik te maken van soli. Die krijgen daardoor extra impact. Hij zegt zelf dat The Hole over het werk zelf gaat. ‘Over hoe alle elementen samenkomen en een verhaal creëren. Een dansverhaal over volume, kwetsbaarheid, het gebruik van explosieve kracht, onderzoek naar beweging en over organisatie en structuur. Het gaat over om jezelf kunnen lachen, overdrijven en onderschatten, en over de verbinding tussen plezier en inspanning. Bovenal vertelt het een verhaal over het uitstijgen boven de waanzin en over passie en fantasie.’

Dat is weinig specifiek; er valt wel meer te zeggen over wat er te zien is. De mise -en-scène en de bewegingen doen tribaal aan: gelijkgerichte groepen in een gemeenschap houden zich bezig met rites de passage, (militaire?) oefeningen en spelletjes. Naharin heeft zijn bewegingsmateriaal bepaald niet uitgemolken: de sfeer verandert snel, net zoals de muziek – van zware elektronica via elegante barokmuziek van Couperin tot Ennio Morricone en stemmig gitaarwerk.

De afwisseling en de snelle schakelingen maken van The hole een dynamisch en intrigerend stuk waarbij je ogen te kort komt. De uitvoering door de NDT-dansers doet daar volledig recht aan.

En welke voorstelling was nou beter, de m/v- of de v/m-versie? Het valt niet te zeggen. De casts zijn verschillend, de eerste uitvoering heeft het voordeel van de verrassing, sommige scènes zijn verrassender door vrouwen dan door mannen of andersom, vaak zijn allebei de perspectieven interessant. The Hole viert in deze uitvoeringen juist de verschillen.

Foto: Rahi Rezvani