2016 zal de Amerikaanse boeken ingaan als het jaar van Donald Trump. In de trilogie The Gabriels: Election Year in the Life of One Family toont The Public Theatre uit New York wat dit jaar betekende voor een doorsnee middle class familie, de Gabriels. Niet helemaal doorsnee. Als het om politieke kleur gaat blijken alle leden tegenstander van de presidentskandidaat wiens naam geen enkele keer valt. Veel enthousiasme over het alternatief klinkt er ook niet. Maar aan het eind krijgt Hillary hun stem.

Auteur en regisseur Richard Nelson gebruikt een succesvol gebleken formule. Zijn The Apple Family Plays (2010-13) namen vier politieke ijkpunten voor een schets uit een familieleven. De hele serie trok volle zalen en Nelson werd vergeleken met Anton Tsjechov.

Met The Gabriels is het niet anders. Deze familie komt samen, kookt en praat: moeder Patricia, zoon George (pianoleraar en timmerman) en zijn vrouw Hannah; dochter Joyce (kostuumontwerpster te New York); schoondochter Mary (arts en tevens weduwe van overleden zoon Thomas, die toneelschrijver was); plus Karin actrice die les geeft, en de eerste ex van Thomas.

In drie voorstellingen volgen we deze personages. Altijd in de keuken, in bruintinten realistisch vormgegeven (Susan Hilferty en Jason Ardizzone-West). Het begint bij de dag van de verstrooiing van Thomas’ as en eindigt een jaar na zijn dood op 6 november 2016: Presedential Election day. Nelson schreef de stukken in realtime, waardoor de première van het laatste deel ook daadwerkelijk op 6 november plaatsvond. Naar verluidt heeft Nelson tot vlak voor die dag aan de tekst gesleuteld.

We zien deze generatie van vijftigers in hun omgang met elkaar. We horen over gebeurtenissen in hun small town Rhinebeck, net boven New York. Anekdotes verweven met discussies over nationale schandalen, zoals het beruchte interview van Trump met Fox-interviewster Megyn Kelly. We horen kritiek op de toegenomen kosten voor gezondheid- en ouderenzorg. Ergernis over misdadige banken en foute makelaars.

Maar we zien ook persoonlijk verdriet over de afwezigheid van hun kinderen, die zelf hen niet lijken te missen. We zien hoe gedwongen verkoop van eigendommen (de piano, het huis) dichterbij komt als moeder Patricia haar handtekening onder een rommelhypotheek blijkt te hebben gezet. Persoonlijke zekerheden vallen weg. Ze vallen samen met de groeiende zorg over het land. ‘Who are we? Is this really our country?’ woorden van Thomas die resoneren.

Maar er is iets met de hele tekst. Waar je bij deze gebeurtenissen wacht op botsende meningen, ontstaat er nauwelijks conflict. Er valt geen onvertogen woord. Het eerste deel, ‘Hungry’, werkt als een inleiding. Onderhuids vermoed je dreiging. ‘Waarom is ze nog steeds hier?’, vraagt de familie aan Mary, doelend op ex-vrouw nummer één, Karin. Maar dan kabbelt het gesprek door. Het slot van het eerste stuk voelt dan ook alsof het drama nog moet beginnen.

Stuk 2, ‘What did you expect?’, opent net als de andere twee met een nummer van Lucius, een indie-pop band uit Brooklyn. ‘Don’t you just sit there’, klinkt het en we zien Mary in haar keuken. Weer in de weer met voedsel. Karin blijkt inmiddels ingetrokken. Ze helpt met uitzoeken van Thomas’ schrijfwerk. De familie hoopt op een lucratieve vondst, maar dat spoor loopt dood. Er rijst even de vraag: wie gaat opdraaien voor de financiële kosten van moeders verzorgingshuis nu het ouderlijk huis verhypothekeerd blijkt? Maar een explosie blijft uit. Niets kan deze familie tot meer dan redelijk met elkaar pratende gezinsleden bewegen. Als Mary één keer haar stem verheft tegen George, wordt dat gelijk weer onschadelijk gemaakt.

In deel 3, ‘Woman of a certain age’, is de fysieke en geestelijke situatie van de moeder verslechterd. Herkenbare discussies over zorg en verantwoordelijkheden gaan over tafel, net als pragmatische oplossingen. Maar in weerwil van wat je verwacht bij het drama dat zich voltrekt, voel je als toeschouwer het naderend onheil nog steeds niet echt.

Waarom je toch niet afhaakt, zit in het spel van de acteurs. Drie tribunes staan rondom de keuken. De acteurs gaan op in hun fictie en de vierde wand blijft volledig intact. (Op één moment na als een toeschouwster in schaterlach uitbreekt en het vooral Jay Sanders (George) even uit balans brengt). Maar de apple crisp (‘Thomas favoriete eten’) wordt echt bereid.

Tegelijk vermengen zich scherpere observaties moeiteloos met nutteloze informatie en achteloos uitgevoerde handelingen. Veel ervan voegt niets toe aan het verhaal, maar wordt door de acteurs o zo effectief uitgevoerd. Maryann Plunkett (Mary) die vol overtuiging een klomp deeg te lijf gaat, Lynn Hawley als schoondochter Hanna, die al pratend een schaal verplaatst die Karin op tafel zet en met haar subtiele lichaamstaal en mimiek laat blijken dat Karin de buitenstaander is. Het is typisch Amerikaans psychologisch realisme tot in de details uitgevoerd. En dat boeit.

Het is de tekst die uiteindelijk teleurstelt. Het is moeilijk denkbaar dat een jaar zo conflictloos verloopt. Echt deelnemen doen we ook niet. Dat heeft niet alleen te maken met de politieke situatie waar wij op iets meer afstand naar kijken. Bij de personages zelf gebeurt net te weinig, hoe goed de acteurs ook zijn. Als op de late avond van 6 november bij de groep en het premièrepubliek in New York langzaam de ramp in real time doordringt, was de onthutsing enorm. Who are we? Is this really our country? Misschien is er deel IV nodig om die vragen als conflict bespreekbaar te maken.

Foto Deel 1 Hungry: Sara Krulwich

De volledige marathon is op 9, 10 en 11 juni in het Amsterdamse Frascati te zien, als onderdeel van het Holland Festival 2017.