Met The Color Purple maakt OpusOne actuele discussies over gender, ras en seksualiteit invoelbaar. Voeg dat samen met een strakke dramaturgie en een overtuigende cast, en je krijgt een musical die de moeite waard is.

God is groot en zijn wegen ondoorgrondelijk. Met die alles en niets verklarende boodschap luidt een gospelkoor The Color Purple in, de musicalversie van Alice Walkers bekroonde roman uit 1982. Voor de jonge Celie is het ondoorgrondelijk waarom haar vader haar pasgeboren kind afpakt, of haar scheidt van haar zus en uithuwelijkt aan de ongure Mister. Net als de aardappelkisten waar het decor uit bestaat, is Celie handelswaar dat van man tot man wordt overgegeven. De wereld die we voor ons zien is duidelijk: een ijzeren patriarchaat met God als grote man aan de top, en Mister als zijn plaatsvervanger op aarde.

De kracht van The Color Purple ligt in de wijze waarop de mechanieken van dat patriarchaat worden blootgelegd, hoe het voortvloeit uit de slavernij en uiteindelijk iedereen onderdrukt. Dat gegeven bleef overeind in de bekende verfilming van Steven Spielberg, en is des te meer invoelbaar in de musical, die nu door OpusOne van Broadway naar de Amsterdamse NDSM-hallen is gebracht. In de mannenwereld van de eerste akte kan niemand aarden. Niet Celie, die fysiek en mentaal misbruikt wordt door Mister. Niet Sofia, die geleerd heeft te vechten tegen de mannen in haar leven. Niet Misters zoon Harpo, die niet in de voetsporen van zijn vader kan en wil treden. En zelfs Mister niet, die evengoed onder het juk van zijn vader leeft. De slavernij is afgeschaft, maar het trauma leeft verder. Het machtssysteem van meester en onderdaan wordt nog van generatie op generatie doorgegeven.

De tweede akte kijkt voorbij het huis van Celie en Mister, en legt de nadruk op raciale onderdrukking. Sofia verzet zich tegen de witte burgemeester en zijn vrouw, en moet daarvoor een hoge prijs betalen. Het stel, gegrimeerd in whiteface, speelt met de gedachte om Sofia in te huren als gratis hulp in het huishouden. Er gloort echter ook hoop aan de horizon. Te midden van alle onderdrukking leren de vrouwen in Celies leven haar om het heft in eigen handen te nemen. Sofia leert haar zich te verzetten, haar zus Nettie leert haar om trots te zijn op de eigen roots, en de sensuele zangeres Shug Avery leert haar lief te hebben: van haar en van zichzelf. Waar het in de film niet veel verder komt dan een kus, krijgen Shug en Celie in de musical een eigen liefdesduet. God is geen man, zingt Shug later, maar van iedereen. Het is de game changer die uiteindelijk leidt tot het iconische moment dat we kennen uit de film: Celie die Mister vervloekt en haar eigen leven gaat leiden.

Toegegeven: in mijn herinnering was deze scène de climax van The Color Purple. Omdat het aanvoelt als een climax, lijken de vervolgscènes aanvankelijk op een lang happy end, waarin iedereen haar – of zijn – nieuwe plek in het leven vindt. De spanningsboog is hier minder evident, maar uiteindelijk wordt het helder waar de voorstelling naartoe beweegt. Het gaat verder dan het doorbreken van een vicieuze cirkel, door te laten zien wat het alternatief kan zijn. In de nieuwe wereld van Celie worden de ramen opengegooid en kleuren paarse bloesems het decor. Er is letterlijk en figuurlijk lucht voor iedereen.

OpusOne is in de afgelopen jaren een gestage opkomst aan het maken. The Color Purple voelt aan als een volgende stap in de ontwikkeling van het gezelschap. Na een reeks technisch sterke musicals is dit een musical die – zeker in een tijd van hernieuwde discussie over gender, ras en seksualiteit – de actualiteit niet uit de weg gaat. Dat deze voorstelling bovendien wordt gedragen door een sterk ensemble kan ook geen kwaad. Van Jeannine La Rose die een Sofia neerzet waar Oprah trots op zou zijn, tot een mooi kwetsbare Carmen van Mulier als Nettie of de vastberadenheid die Ana Milva Gomes aan Shug Avery geeft. De ontdekking van de avond is echter Naomi van der Linden, die vocaal en speltechnisch overtuigt als Celie. We zien het schuchtere meisje, maar ook steeds de grote angst, vreugde of woede die onder de oppervlakte zit. Celie is hier. En daar mogen we blij mee zijn.

Foto: Neeltje Knaap